V, Woordenschat, verklaring van woorden en uitdrukkingen, Taco H. de Beer en Eliza Laurillard - DBNL (2024)

Table of Contents
V [V] [V.] [V.] [V.A.P.] [V.D.M.] [V.D.M.I. AE.] [V.F.] [V.O.N.D.E.L.] [V.S.A.] [V.S.L.M.] [Va chiamare i beccamorti] [Va et vient (Het is een gedurig -.] [Vaalpensen] [Vaam] [Vaar] [Vaartkapoenen] [Vaatdorscher.] [Vaatjes] [Vacantie-kolonies] [Vaccine (Gehumaniseerde -] [Vaccine-molen] [Vaccino (Campo -] [Vachalcade] [Vache enragée (Avoir mangé de la -.] [Vacuum-apparaat] [Vacuum-rem] [Vade-in-pace] [Vade retro, Satanas!] [Vademecum] [Vader der Congressen] [Vader der Dietsche dichtere al te gader] [Vader der Duitsche toonkunst] [Vader der geloovigen (De -.] [Vader der Moderne Theologie] [Vader der nieuwe Scheikunde] [Vader der nieuwere Deensche Letterkunde (De -] [Vader der nieuwere Wijsbegeerte] [Vader der Noorsche muziek (De -] [Vader des vaderlands] [Vader Jacob en zijne kindertjes] [Vader van het Humanisme] [Vader van het Nihilisme (De -] [Vaderingewanden hebben] [Vaderland der Heraldiek (Het -] [Vaderland der Inquisitie (Het -] [Vaderlijke hand] [Vadius] [Vae victis] [Vaganten] [Vair] [Valdarno] [Valderappes] [Valdese (La Casa -] [Vale paarden (Met - rijden] [Valenciennes(Fausses -] [Valentijn (St. -] [Valentijns-dag] [Valentijns-ziekte] [Valhoed] [Valkenoog] [Vallei van de schaduw des Doods] [Valve] [Vampir] [Van achteren beschouwd, is het kind een meisje] [Van Herodes naar Pilatus sturen] [Van 't een in 't ander] [Van 't een op 't ander] [Van 't houtje (Hij is -] [Vandalisme] [Vangsnoeren] [Vanitas vanitatum] [Vanity-fair] [Vannet] [Vanselewe] [Vantijd] [Vapeur] [Vapeurs] [Vare, Vare, redde mihi legiones!] [Varen] [Vareuse] [Varia lectio] [Varietas delectat] [Variétés (Salon des -] [Variety store] [Vario modo (variis modis) bene fit] [Variorum edities] [Varium et mutabile semper femina] [Varkblom] [Varken] [Varken (Hij is zoo netjes als een -] [Varkensvilders] [Varsovienne] [Vasalstaat] [Vascagat] [Vaskeer] [Vasloop] [Vassalo-systeem] [Vat der Danaïden] [Vatel] [Vaticaan (Het -] [Vaticaansch concilie] [Vaticanisme] [Vaticinium post eventum] [Vatten (Wie het - kan, vatte het] [Vau] [Vaudeville] [Vauxhall] [Vecht-Generaal (De -] [Vecht-Majoor] [Veda] [Vedel] [Vedi Napoli e poi muori!] [Vee van Laban.] [Veem] [Veemgericht] [Veemsteker] [Veemsteker (Een foksche -] [Veertien en Hendrik IV] [Veertien en Lodewijk XIV.] [Veertig eeuwen zien van deze pyramiden op u neer] [Vegetarier] [Veiligheidswet] [Veine hebben] [Veld] [Veldmuizen van koning Sethon] [Veleda] [Velen zijn geroepen(en), maar weinigen uitverkoren] [Velis et remis] [Velours] [Velveteen, velveting] [Vendémiaire] [Vendetta] [Venerabel-verklaring] [Venerabile] [Vénérable Compagnie (La -] [Venetiaansche glazen] [Venetiaansche school] [Venetië van het Noorden (Het -] [Veni, Creator Spiritus] [Veni, vidi, vici] [Venia aetatis] [Venia(m) agendi] [Veniam petimusque damusque vicissim] [Venitienne] [Venloosch pèèrdje] [Vennootschap] [Vent et marée (Contre -] [Ventail] [Ventôse] [Ventre affamé (Coiffure -] [Venu trop tard dans un monde trop vieux (Je suis -] [Venus] [Venus.] [Venus van Milo.] [Venus van Praxiteles.] [Venus vulgivaga] [Venusberg (De -] [Venushoed] [Venusworp] [Ver de terre amoureux d'une étoile] [Ver sacrum] [Verba valent usu] [Verballhornen] [Verbatim et litteratim] [Verbergingskuil] [Verbi divini minister] [Verbondsbroeders] [Verbondstheologie] [Verbrande Berend] [Verbrou] [Verbruikleening] [Verbum Dei manet in aeternum] [Verchasmenen] [Verde antico] [Verdoye] [Verdriet van China (Het -] [Verdrukking in groeien (Tegen de -.] [Verduistering] [Vereenigde Staten van Europa] [Vereering van het Kruis] [Verenlithe] [Vererg] [Verfoes] [Vergebens spricht man viel, um zu versagen] [Vergette] [Vergetté] [Vergilius] [Verguldavondje] [Verhemdekleeden] [Verhoogd] [Verhoogt zal vernederd, en die zichzelven vernedert zal verhoogd worden (Die zichzelven -] [Verificatie] [Veritas praevalebit] [Veritas se ipsa defendit] [Veritatis ergo] [Veritatis simplex oratio est] [Vérité en deçà des Pyrénées, erreur au delà!] [Verjaring] [Verkleur] [Verkleurmannetje] [Verkouden] [Verkrummelen] [Verlaagd] [Verlicht] [Verlof met behoud van spijkers] [Verloren Maandag] [Verloren schaap is terecht (Het -] [Vermasseren] [Vermeinseren] [Vermin State] [Verminkt] [Vernederd] [Vernieuwing des tempels (Feest der -] [Vernissage] [Vernon-penningen] [Veronica.] [Veronica] [Veroveraars] [Verpatsen] [Verponding] [Verrader] [Verre précepteur] [Verrejager] [Versast.] [Versche waar] [Verscheren] [Verschut (Hij is bot op -] [Verschwartzt] [Verschweigt (Das - des Sängers Höflichkeit] [Versé] [Versi Berneschi] [Versliegenaar] [Versliegenen] [Versmald] [Verstek] [Verstopt gemoug] [Versus leonini] [Vert-de-gris] [Vert d'iris] [Vertatur, vertas] [Vertenellé] [Vertoefkamer] [Vertoetser] [Vertossen] [Vertroosters (Het zijn maar moeilijke -] [Vertu est un beau fort (La -] [Vertumnus] [Vervain] [Vervolgbundel] [Verwachtingsschild] [Verwaden] [Verwese] [Verwienerung] [Verwijder u van mij, satan!] [Verwondering is de moeder der wetenschap (De -] [Verzameld worden tot zijne volken (vaderen)] [Verzekering.] [Verzet] [Verzoeningskapel] [Verzondig] [Verzuipen] [Verzwarste nar] [Vespasienne] [Vesperia] [Vespers (Zij hebben een pintje vóor de - gedronken] [Vesta] [Vestales] [Vestibulum] [Vestis virum reddit] [Vestje (Daar zou ik wel een - van willen hebben] [Vestingen à cheval] [Vet] [Vet (Een -] [Vetdoffen] [Vetdoffer] [Vetkees] [Vetkoopers] [Vetlap] [Vetmanneke] [Veto] [Vette (Hij geniet het - der aarde] [Vette jaren en magere jaren] [Vetterli-geweer] [Vetturino] [Vetzak] [Vexillum] [Vexir-plaatjes] [Vi coactus] [Vi et armis] [Via crucis] [Via crucis via lucis] [Via dei Serragli] [Via dolorosa] [Via mala] [Via media] [Via trita, via tuta] [Vianen (Naar - gaan] [Viaticum] [Vicar] [Vicariegoederen.] [Vice] [Vicieux (Cercle -] [Vicit vim virtus] [Victime (La coiffure à la -] [Victus et amictus] [Vide] [Videant consules, ne quid respublica detrimenti capiat] [Videlicet] [Vidimus] [Viehsperre] [Vier en de naam God.] [Vier eerloosheden (Wet der -.] [Vier emmers (In de -] [Vier uitersten (De -] [Vierblad] [Vierde Gratie (De -] [Vierendeelen] [Vierge au pistolet (La -] [Viets] [Vietse fonne] [Vieux antique] [Vigilance committee] [Vigilance] [Vigilance (En -] [Vigilate Deo confidentes] [Vigiliën] [Vigilium] [Vignet] [Vijf nieten (De -] [Vijf vingers (De - uitgespreid.] [Vijfblad] [Vijfde penning] [Vijfvingerkruid] [Vijgen] [Vijgeblad.] [Vijver gedaald (Een ander is vóor hem in den -] [Viking] [Vikingertochten] [Vilené] [Villa] [Villa regia] [Villancicos] [Villanelle] [Ville sonnante (La -] [Villes mortes] [Vin] [Vin des cochons] [Vinaigre des quatre voleurs] [Vinalia] [Vincent (Sint -] [Vincit amor patriae] [Vindicamus hereditatem patrum] [Vindicat atque polit] [Vindicatierecht] [Vincta] [Vinger.] [Vinger Gods] [Vinkepotje] [Viola da gamba] [Violen.] [Violensteen.] [Violenta nemo imperia continuavit diu] [Violet] [Violon] [Vioolhars] [Vir bonus, dicendi peritus] [Vir clarissimus] [Virage] [Virelai] [Vires] [Vires acquirit eundo] [Virgilianae sortes] [Virgilius (Een -] [Virgin Queen] [Virginia end] [Virgula mercurialis] [Viri docti] [Viribus conjunctis] [Viribus infra] [Viribus unitis] [Virolé] [Virtum et vestitum] [Virtuoos] [Virtus Concordia Fides] [Virtus nobilitat] [Virtus nobilitat artem] [Virtus post nummos] [Virtuti et merito] [Virtutis est domare quae cuncti pavent] [Vis armata] [Vis comica] [Vis inertiae] [Vis medicatrix naturae] [Vis unita fortior] [Visch (Hij vangt -] [Visschersring] [Vischnoe] [Visitandinnen] [Visite (Droit de -] [Visum repertum] [Vita brevis est, longa ars] [Vita clerici evangelium est populi] [Vita sedentaria] [Vitae jacta alea est] [Vitae summa brevis] [Vitaliënbroeders] [Vitellius (Een -] [Vitex] [Vitusdans] [Viva vox] [Vivat] [Vive la Pologne, monsieur!] [Vive le Roi! Vive la Ligue!] [Vivere militare est] [Vivit post funera virtus] [Vivos voco, mortuos plango, fulgura frango] [Vivré] [Vizier] [Vizier hebben (In 't -] [Vlaamsch-Hollandsche school.] [Vlaamsche piek] [Vlaamsche school (De -] [Vlag dekt de lading (De -] [Vlag in sjouw] [Vlag (Witte -] [Vlasstengels] [Vleesch en bloed] [Vleesch van mijn vleesch en been van mijn been] [Vleesche (Naar den - gaan] [Vleeschelijke tafel van vermenigvuldiging opzeggen] [Vleescheters] [Vleeschpotten van Egypte.] [Vlegeljaren] [Vleugel] [Vleugelen] [Vleugels verschuilen (Zich onder iemands -] [Vleugels over iemand uitbreiden (Zijne -] [Vlieg (Een -, wat in de karnemelk gevallen is] [Vliegen te vangen (Ik ben hier niet om -] [Vliegen bederven de goede zalf (De doode -] [Vliegen (Hij vang -] [Vliegende Hollander (De -] [Vliegeneters] [Vlieger] [Vlieger] [Vlies (De orde van het gulden -] [Vlok] [Vlottende schuld] [Vlucht] [Vocativus (Een rare -] [Vocatus venit] [Vocem] [Vochtig lijnwaad om het naakte denkbeeld (Het -] [Voeder] [Voedering der dieren] [Voeging] [Voering] [Vaesche, veesche, vesche] [Voet] [Voet (De derde -] [Voet (Met gevulden -] [Voetangel] [Voetwassching] [Vogel] [Vogelen het uitbrengen ('t Zal uitkomen, al zouden de -] [Voguant] [Vogue la galère] [Voie de garage] [Voilà bien du bruit pour une omelette!] [Voilà le soleil d'Austerlitz] [Voilà les bêtises qui recommencent!] [Voilà pourquoi votre fille est muette] [Voir c'est savoir] [Voir le dernier Romain à son dernier soupir] [Vol abaissé (Au -] [Vol-banneret] [Volapuk] [Volente Deo] [Volenti non flat injuria] [Volewijk] [Volgens het schild] [Volitif] [Volk der Dichter und Denker] [Volk in Waffen (Ein -] [Volk van onderofficieren, verzot op de strepen] [Volkenslag] [Volkes (Des - Selbstverwaltung ist seine Zauberkraft, wehe dem der daran rühret!] [Volksbloem van het Oosten (De -] [Volta-kruis] [Volpette-tuinen] [Voltaire] [Volumen] [Volute] [Vondel's geboortehuis.] [Vonk] [Vonk (Jan met een -] [Vóór de letter] [Voor zeven lijsten gesjochten zijn] [Voorarrest] [Voord] [Voorhaarnaald] [Voorkis] [Voorman] [Voorman zetten (Iemand op zijn -] [Voorpeenen] [Voortrekken] [Voortrekker] [Voorwerk] [Voorzichtig gelijk de slangen en oprecht als de duiven] [Vorant] [Vork, vorketstok, forket] [Vorkies pikken] [Vormsel] [Vorst der dichters (De -] [Vorst (] [Vorwärts] [Vossen] [Vossen hebben holen] [Vossenstaart (Luiden met een -] [Volte plura] [Votieftafels] [Votse-kapore!] [Vouloir avec fougue, pour ne pas être obligé de vouloir longtemps] [Vous aimez la musique (Ah, -] [Vons êtes orfèvre, monsieur Josse] [Vous étiez dessous, mettezvous dessus. Voilà la Révolution] [Vous faire avaler un poisson d'Avril] [Vous l'avez voulu, George Dandin, vous l'avez voulu] [Vox clamantis in deserto] [Vox humana] [Vox pacis] [Vox populi, vox Dei] [Vox regis, vox Dei] [Vox Studiosorum] [Voyou] [Vraagboekjes (Met - loopen] [Vragen (Het feest der duizend -] [Vrai peut quelquefois n'être pas vraisemblable (Le -] [Vrede door het bloed des kruises] [Vredegerecht] [Vredejaar (Het -] [Vredekeizer] [Vredevorst] [Vreedzaam onder elkander (Zijt -] [Vreemd vuur op het altaar brengen] [Vreemde tongen (Door - spreken] [Vreugde der wet] [Vriendschap (Voorbeelden van -] [Vrij beheer] [Vrij ontbijt] [Vrijdag] [Vrijdag] [Vrijdag en Columbus.] [Vrijdwang (Cornelis -] [Vrije gemeente (De -] [Vrije klerken] [Vrije kunsten] [Vrije liefde (Leven van] [Vrije School] [Vrije steden] [Vrije Universiteit] [Vrijer] [Vrijers voeten (Op -] [Vrijhandel-systeem] [Vrijheidsboom.] [Vrijheidsmuts.] [Vrijkwartier] [Vrijland-vereeniging.] [Vrijlandisme] [Vrijmetselaar] [Vrijsteden] [Vrijstermarkt] [Vrijthof] [Vrijvaren.] [Vrijwaring] [Vrome wenschen] [Vroolijk (Een - hart is een gedurige maaltijd.] [Vrouw Christi (De -] [Vrouw (Eene - die den Heer vreest mangelt niet] [Vrouw Holle.] [Vrouw is eene gave des Heeren (Eene goede -] [Vrouwelijke Goethe (De -] [Vrouwen hebben zeven geesten in 't lijf (De -] [Vrouwendag] [Vrouwentongen] [Vrouwenwapen] [Vrouwezand] [Vrouwtje van Stavoren.] [Vrucht (Verboden -] [Vruchtgebruik] [Vuil (De kust is -] [Vulcanisten] [Vulcanus] [Vulgata] [Vulgo] [Vulnerat et sanat] [Vulneratorum anima clamavit] [Vulpes pilum mutat, non mores] [Vultus figura affectiones pectoris indicat] [Vurige kolen op iemands hoofd verzamelen.] [Vuur (Die ding was al lank in die - al] [Vuur (Vreemd - op 't altaar brengen] [Vuurbaak] [Vuurflesch] [Vuurhoutjes] References

[pagina 1189]

[p. 1189]

V

[V]

V, (hand.), bet. op Fransche munten, dat zij te Troyes geslagen zijn.

[V.]

V., verte (keerom), en vide (zie).

[V.]

V., vir (man), vivus (in leven), vivens (levend), votum (gelofte), enz.

[V.A.P.]

V.A.P., Vindicat atque Polit (z.a.). Zinspreuk van het Groningsche Studentencorps.

[V.D.M.]

V.D.M., Verbi Divini minister (z.a.).

[V.D.M.I. AE.]

V.D.M.I. AE., Verbum Dei manet in aeternum (z.a.).

[V.F.]

V.F., vivus fecit, (lat.), (hij) heeft het bij zijn leven gemaakt.

[V.O.N.D.E.L.]

V.O.N.D.E.L., Voor Onze Nederlandsche Dicht- en Letterkunde. Ned. Litt. Disp. Gezelschap, te Amsterdam onder de Studenten opgericht 24 Nov. 1875.

[V.S.A.]

V.S.A., Vereenigde Staten van (Noord) Amerika.

[V.S.L.M.]

V.S.L.M., (lat.), votum solvit libens merito, gaarne betaalde (loste) hij eene gelofte aan de verdienste. Opschrift van zoogenaamde geloftesteenen.

[Va chiamare i beccamorti]

Va chiamare i beccamorti, (ital.), ga de doodgravers roepen! volksspreekwoord, dat gebezigd wordt, als iets treurig eindigt, waarvan de vroolijke Italiaan vreugd verwacht had.

[Va et vient (Het is een gedurig -.]

Va et vient (Het is een gedurig -. Af en aan; komen en gaan. Van druk bezoek.

[Vaalpensen]

Vaalpensen, (afr.), spotnaam voor Transvalers.

[Vaam]

Vaam of vadem, scheepsmaat, zes Amsterdamsche voeten.

[Vaar]

Vaar, fr. vair, (wap.), voering, saamgesteld uit klok- of schildvormige vakjes, beurtelings van zilver en blauw, zelden van ander email. Zie ook Vair.

[Vaartkapoenen]

Vaartkapoenen, spotnaam voor de bewoners van Willebroek (prov. Antw.). Te Brussel, Aalst, Willebroek en in andere gemeenten, van kanalen doorsneden, treft men een slag van gemeene, ruwe lieden aan, die leven van de scheepvaart: laden en lossen van schepen, scheeptrekken, enz. Vandaar vaartkapoenen.

[pagina 1190]

[p. 1190]

[Vaatdorscher.]

Vaatdorscher. Vóór ruim eene halve eeuw een arbeider, die bij den boer niet voor eene bepaalde daghuur in geld, maar voor het ‘vat’ dorschte, d.i. voor eene bepaalde hoeveelheid van het koren, dat hij met den vlegel had uitgeslagen.

[Vaatjes]

Vaatjes, zie Zwakke vaatjes.

[Vacantie-kolonies]

Vacantie-kolonies, zomerverblijf voor arme ziekelijke kinderen gedurende de vacantie; in 1876 het eerst aangevangen door een geestelijke Bion te Zürich; weldra nagevolgd door Weenen, Bazel, Dresden, Berlijn, Hamburg, Leipzig, Breslau, Amsterdam, Rotterdam e.a. In 1880 wekte Minister Falb de Pruisische schoolautoriteiten op tot bevordering van dit nuttige werk, tengevolge waarvan aan de zee ½ tot ¾; in soolbaden (zoutwaterbaden) ⅓ tot ½ gemiddeld voor allerlei verblijven, 70 pCt. der kinderen genezing vonden. Behalve te Berck sur Mer, waar het armbestuur van Parijs een hospitium gesticht heeft, wordt alles in den regel door particuliere liefdadigheid bekostigd.

[Vaccine (Gehumaniseerde -]

Vaccine (Gehumaniseerde -, inenting door pokstof van menschen verkregen. In onderscheiding der animale vaccine = inenting door pokstof, die van dieren verkregen wordt.

[Vaccine-molen]

Vaccine-molen van Chalybaeus, werktuig ter bereiding van de pulpa, de stof, waarmee de eigenlijke inenting geschiedt. Eene nieuwere inrichting daarvan bedacht in 1895 M.J. Schutte te Amsterdam.

[Vaccino (Campo -]

Vaccino (Campo -, (ital.), koekamp. Nieuwe benaming van het Forum Romanum te Rome, sedert 1823 door die van Giardino del Campidoglio (Tuin van het Kapitool) vervangen.

[Vachalcade]

Vachalcade, zie Manger, enz.

[Vache enragée (Avoir mangé de la -.]

Vache enragée (Avoir mangé de la -. Zie Manger, enz.

[Vacuum-apparaat]

Vacuum-apparaat of vacuumpan, wordt in allerlei fabrieken gebruikt om vloeistoffen in te dampen bij lage temperatuur. Berust op de natuurkundige eigenschap: de temperatuur van het kookpunt van een vloeistof wordt verlaagd indien de drukking op de vloeistof wordt verminderd. Zoo bv. worden suikeroplossingen melk, scheikundige praeparaten van overtollig water bevrijd. Vacuum (lat.) = (lucht)ledige ruimte.

[Vacuum-rem]

Vacuum-rem, eng. vacuum-brake, met behulp van welke bij 18 kilometer snelheid per uur een trein op 11 meter tot stilstand komt, bij 13 kil. op 8 m., bij 8 kil. op 3 m., bij 12 kil. op 4 m., bij 20 kil., op 11 m., bij 38 kil. op 25 m. Bij een later (Jan. '96) genomen proef met de hand-rem kwam een trein bij eene snelheid van 11 kil. per uur op 28 meter tot stand. Ook bij stoomtrammen ingevoerd. Uitgevonden door John Hardy, † te Weenen, einde Juni 1896.

[Vade-in-pace]

Vade-in-pace, (lat.), lett. ga in vrede; ironische benaming van een monniken-kerker.

[Vade retro, Satanas!]

Vade retro, Satanas! (lat.), ga achter mij, Satan! Matth. XVI:23.

[Vademecum]

Vademecum, (lat.), letterl. ga met mij, titel, dien men in navolging van een in 1709 te Keulen uitgegeven gebedenboek, en van eene in 1623 te Frankfort a/M. gedrukte verzameling van Latijnsche epigrammen van Petrus Lotichius, in het algemeen geeft aan boeken van klein formaat en beknopten inhoud, welke tot leiddraad dienen in een of ander vak. Ook in 't algemeen, zak- of notitieboek, bv. van een geestelijke, vademecum pastorale.

[Vader der Congressen]

Vader der Congressen, (d.i. taalcongressen), Ferd. Augustijn Snellaert, in 1809 te Kortrijk geboren, † 3 Juli 1872, die door de oprichting van het genootschap ‘De taal is gansch het volk’, de Vlaamsche beweging begon, welke hij door velerlei geschriften bevorderde.

[Vader der Dietsche dichtere al te gader]

Vader der Dietsche dichtere al te gader, eerenaam voor den

[pagina 1191]

[p. 1191]

Vlaming Jacob van Maerlant (geb. 1235, † 1300), een der vruchtbaarste, grootste en meest gelezen Nederlandsche dichters der Middeleeuwen.

[Vader der Duitsche toonkunst]

Vader der Duitsche toonkunst, Jozef Haydn, geen Duitscher, maar een Croaat, volgens de overtuiging van Dr. Frantisek Kuhne en van W.H. Hadow, welke laatste Engelsche schrijver in een in Dec. 1897 verschenen werk A Croatian Composer na een desbetreffend onderzoek, deze afkomst van den musicus met een aantal biographische, ethnische, muzikale enz. argumenten heeft gestaafd.

[Vader der geloovigen (De -.]

Vader der geloovigen (De -. Abraham; vgl. Joh. VIII:33, 39, Rom. IV:3, 9, 12, Gal. III:29.

[Vader der Moderne Theologie]

Vader der Moderne Theologie, de Leidsche hoogleeraar Jan Hendrik Scholten († 10 April 1886).

[Vader der nieuwe Scheikunde]

Vader der nieuwe Scheikunde, Lavoisier, wiens gedenkteeken in de Rue Trouchet te Parijs, in 1894 op den gedenkdag zijner terechtstelling (8 Mei) is onthuld.

[Vader der nieuwere Deensche Letterkunde (De -]

Vader der nieuwere Deensche Letterkunde (De -, Lodewijk vrijheer von Holberg, 1684-1754, vooral vermaard als blijspeldichter.

[Vader der nieuwere Wijsbegeerte]

Vader der nieuwere Wijsbegeerte, Immanuel Kant, geb. 1724, † 1804.

[Vader der Noorsche muziek (De -]

Vader der Noorsche muziek (De -, Ole Bull, beroemd violist (1810-1880).

[Vader des vaderlands]

Vader des vaderlands, lat. Pater Patriae; eeretitel van Cicero bij de Romeinen na de ontdekking der samenzwering van Catilina; van Marius die hem echter weigerde. Later voerden verschillende Caesars denzelfden naam; zoo ook Cosmo de Medici, en andere Europeesche vorsten. In Nederland werd prins Willem I zoo genoemd; en de Amerikanen gaven dien aan Washington, den grondlegger der Amerikaansche vrijheid.

[Vader Jacob en zijne kindertjes]

Vader Jacob en zijne kindertjes, vervolg op de Kleine Kindervriend, een schoolboekje, door M.v. Heyningen Bosch († 1821), Groningen 1805.

[Vader van het Humanisme]

Vader van het Humanisme, (z.a.), Johannes Reuchlin, † 1522 als hoogleeraar te Ingolstadt (Beijeren).

[Vader van het Nihilisme (De -]

Vader van het Nihilisme (De -, de Rus Bakounine.

[Vaderingewanden hebben]

Vaderingewanden hebben, de ontfermende toegenegenheid als van een vader. - Ingewand = zetel der barmhartigheid, zie 1 Kon. III:26; Jez. LXIII:15; Jerem. XXXI:20; Filem.: 12 (= voorwerp van toegenegenheid). Ingewand = zetel van hartstocht in 't algemeen; zie Job XXX:27; Hoogl. V:4; Klaaglied I:20; II:11.

[Vaderland der Heraldiek (Het -]

Vaderland der Heraldiek (Het -, Frankrijk.

[Vaderland der Inquisitie (Het -]

Vaderland der Inquisitie (Het -, het Zuiden van Frankrijk. Zie Inquisitie.

[Vaderlijke hand]

Vaderlijke hand, (mil.), schertsend voor: strenge terechtwijzing. Een soldaat in Indië, die zich vergreep, moet op het rapport, eene ‘vaderlijke hand’ ontvangen in den vorm van 14 dagen politiekamer of nog erger.

[Vadius]

Vadius, (fr.), vriend van Trissotin (z.a.).

[Vae victis]

Vae victis, (lat.), wee den overwonnenen, woorden van Brennus, den aanvoerder der Galliërs, die in 390 v. Chr. met zijn leger in Italië viel, de Romeinen versloeg en Rome innam. De Romeinen wilden hun aftocht met 1000 pond goud koopen; en reeds werd het goud gewogen, waarbij Brennus, toen de Romeinen zich over valsch gewicht beklaagden, met den uitroep:

[pagina 1192]

[p. 1192]

Voe victis! nog zijn zwaard in de weegschaal zou hebben geworpen. Liv. Ab urbe cond. Lib. V, 48, 9.

[Vaganten]

Vaganten, in de Middeleeuwen: rondtrekkende scholieren en zangers, die in Latijnsche liederen (vagantenliederen) de liefde, den wijn en het gezellig genot bezongen. Het waren gewoonlijk losbandige knapen, die hunne eerste opleiding in de kloosterscholen gehad hadden, daar Latijn en zingen hadden geleerd, maar die niet wilden deugen.

[Vair]

Vair, (wap.), oud-fr. vairié, n.-fr. vair, eng. vair(é), vairy (bont), hgd. Feh of Eisenhütlein, soort pelswerk. Denkelijk uit de vacht van een (Siberisch) eekhoorntje bereid. Volgens Littré en anderen is dit vair de verklaring van het glazen muiltje van Asschepoester; vair (bont) zou namelijk verward zijn met verre, glas, waardoor er een onmogelijk muiltje het sprookje is binnengedrongen.

[Valdarno]

Valdarno, een algemeene benaming voor de omstreken van Florence, saamgetrokken uit Val d'Arno, de vallei van de rivier de Arno.

[Valderappes]

Valderappes, in de Joodsche volkstaal, gemeen volk, gespuis. Het is waarschijnlijk eene verbastering van een oud-Duitsch woord. Ook valderappie.

[Valdese (La Casa -]

Valdese (La Casa -, (ital.), 't Waldensenhuis, gebouw, opgericht ter gedachtenis aan de Glorieuse Rentrée (z.a.) van ao 1689, te Torre-Pellice, in hetwelk 2 Sept. 1895 de zitting der Evangelische Synode geopend werd.

[Vale paarden (Met - rijden]

Vale paarden (Met - rijden, verkeerde wegen inslaan; vgl. ‘een slecht paard berijden’ in fig. zin. Midd.-nederl. mennen mit valen. 't Hgd. heeft ook ‘das fale Pferd’. Ontleend aan Openb. VI:8, waar een vaal paard met zijn berijder, den dood, het zinnebeeld is van allerlei dood en verderf veroorzakende plagen.

[Valenciennes(Fausses -]

Valenciennes(Fausses -, kantwerk, dat te Kortrijk (West-Vlaanderen) vervaardigd wordt; nabootsing van de kant van Valenciennes.

[Valentijn (St. -]

Valentijn (St. -, de beschermheilige der verloofden en verliefden, wegens zijn naam die ook galantine was; vergelijk galant.

[Valentijns-dag]

Valentijns-dag, 14 Februari, in Engeland en Schotland de dag waarop jongelieden meenden te kunnen raden, wie hun aanstaande zou zijn; de naam die 's avonds te voren door het lot getrokken was, wees de persoon aan, die gedurende het geheele jaar met den naam van Valentine bestempeld werd. Thans is daarvan alleen de gewoonte overgebleven, elkander op den Valentijnsdag naamlooze brieven, kleine geschenken en verrassingen te zenden, welke Valentinen genoemd worden.

[Valentijns-ziekte]

Valentijns-ziekte, de vallende ziekte (epilepsie), de St. Vitusdans.

[Valhoed]

Valhoed, hoed met grooten wijd uitstekenden bol, bestemd voor kleine kinderen, die leeren loopen. Als zij vallen, breekt de hoed de kracht van den val.

[Valkenoog]

Valkenoog, (wap.), zwart schijfje met breeden zilveren rand.

[Vallei van de schaduw des Doods]

Vallei van de schaduw des Doods, dichterlijke uitdrukking voor bittere rampen, wederwaardigheden en zielsverdriet; Bijbelsche uitdrukking ontleend aan den Profeet Jeremia II:6 en den Psalmdichter XXIII:4.

[Valve]

Valve, (sport), ventiel.

[Vampir]

Vampir of Vampyr, afgestorvene, die, naar 't volksgeloof in Zuid-Europa, des nachts uit het graf opstijgt en den menschen het bloed uitzuigt; vandaar de naam der groote Zuid-Amerikaansche vleermuis, die slapenden menschen het bloed uitzuigt; de bloedzuiger.

[Van achteren beschouwd, is het kind een meisje]

Van achteren beschouwd, is het kind een meisje, dubbelzinnig

[pagina 1193]

[p. 1193]

gezegde van den dokter in Mr. Jacob van Lennep's roman Klaasje Zevenster. Gezegde, dat gebezigd wordt, wanneer een voorval vooraf gemaakte berekeningen en plannen in duigen werpt.

[Van Herodes naar Pilatus sturen]

Van Herodes naar Pilatus sturen, iemand van den een naar den ander zenden en vergeefsche moeite laten doen, ontleend aan Luk.XXIII:7, 11; als verbastering of uit laffe scherts soms van Pontius naar Pilatus sturen.

[Van 't een in 't ander]

Van 't een in 't ander, (wap.), heeten de stukken in een gedeeld of doorsneden enz. schild, wanneer zij die in de éene helft staan, de kleur of 't metaal hebben van de andere helft, en omgekeerd.

[Van 't een op 't ander]

Van 't een op 't ander, (wap.), heet een stuk, dat in een doorsneden, gedeeld enz. schild staande zelf ook doorsneden, gedeeld enz., is en in iedere helft de kleur of 't metaal heeft van de andere helft van 't schild.

[Van 't houtje (Hij is -]

Van 't houtje (Hij is -, hij is Roomsch. Naar een houten crucifix, gelijk sommigen beweren; hoogst waarschijnlijk beteekent hout hier hetzelfde als in ('t boec van) den houte nl. het kruis.

[Vandalisme]

Vandalisme, het vernielen van kunstwerken en het uitroeien met ruwe hand: schromelijke vernielzucht. Naar de Vandalen, die onder aanvoering van Genserik in 455 n.C. de Romeinsche kunstwerken verwoestten.

[Vangsnoeren]

Vangsnoeren, (mil.), groot tenuekoorden, bevestigd aan den schako en op den rechterschouder. Alleen nog bij ons leger, bij de Grenadiers en Jagers in gebruik.

[Vanitas vanitatum]

Vanitas vanitatum, (lat.), ijdelheid der ijdelheden, uit Pred. I:2.

[Vanity-fair]

Vanity-fair, (eng.), kermis der ijdelheid, John Bunyan († 1688) spreekt in zijn Pilgrim's progress van een kermis, ingesteld door Beëlzebub, Apollyon en Legion, ten verkoop van allerlei soort van ijdelheden. Ze werd gehouden in de stad IJdelheid, en men verkocht er huizen, landerijen, beroepen, standen, waardigheden, titels. landen, koninkrijken, genoegens en vermaken, van allerlei soort. Door Bunyan zoo genoemd en sinds spreekwoordelijk geworden. Bunyan zegt, er was alles te koop, behalve hetgeen Christian wenschte: de waarheid. De Engelsche schrijver Thackeray beschrijft in zijn roman Vanity-fair (1847) 't losse karakter der genoegens van Vauxhall (z.a.) eene uitspanning bij Londen.

[Vannet]

Vannet, (wap.), St. Jacobsschelp, doch van binnen gezien.

[Vanselewe]

Vanselewe, (afr.), vroeger, verleden. Z.v.a. ‘van z'n leven’.

[Vantijd]

Vantijd, zie Gulden-besjes-tijd.

[Vapeur]

Vapeur, zie Mousselien.

[Vapeurs]

Vapeurs, dampen, opstijgingen, vroeger eene mode-ziekte van sommige dames, bij wie de vapeurs in niets anders bestonden dan in booze luimen, door gekrenkte eigenliefde, nijd, naijver enz. veroorzaakt.

[Vare, Vare, redde mihi legiones!]

Vare, Vare, redde mihi legiones! (lat.), O Varus, Varus, geef mij mijne legioenen weder! Keizer Augustus, na den slag in het Teutoburgerwoud, 9 n.C.

[Varen]

Varen (bij de schuit), (mil.), strafexerceeren, en wel ‘zoo en zooveel toertjes’, d.i. zooveel keer.

[Vareuse]

Vareuse, zie Tunique. Ook matrozenbaaitje of wambuis.

[Varia lectio]

Varia lectio, (lat.), verschillende of afwijkende lezing (van een tekst), variant, meerv. variae lectiones.

[Varietas delectat]

Varietas delectat, (lat.), (Bonorum sensus ut delectes varietas etc.). Afwisseling bevalt. Verscheidenheid van spijs doet eten. Phaedrus, Fabulae, 2. Prologus 10.

[pagina 1194]

[p. 1194]

[Variétés (Salon des -]

Variétés (Salon des -, kleinere schouwburgen te Parijs en elders, en in 't midden der 19e eeuw ook te Amsterdam.

[Variety store]

Variety store, (am.), bazar, winkel van alles.

[Vario modo (variis modis) bene fit]

Vario modo (variis modis) bene fit, (lat.). Op verschillende manier(en) kan iets goeds of goed geschieden.

[Variorum edities]

Variorum edities, zekere uitgaven van oude en nieuwere Latijnsche en Grieksche schrijvers, meest in Holland in de 17e en 18e eeuw uitgekomen, en die vele commentaren bevatten. Ze worden meer gezocht als curiosa, dan gewaardeerd om den inhoud.

[Varium et mutabile semper femina]

Varium et mutabile semper femina, (lat.), een ongelijkmatig en veranderlijk ding (of wezen) is altoos de vrouw. Uitroep van Aeneas in Vergilius' Aeneis, IV, 569. Door Vondel aldus vertolkt:

‘Een wijf is altyt wuft en wispeltuurigh’.

[Varkblom]

Varkblom, (afr.), Aronskelk (z.a.).

[Varken]

Varken, (stud.), student, die geen lid is van het Studentecorps.

[Varken (Hij is zoo netjes als een -]

Varken (Hij is zoo netjes als een -, (toon.), erg opgedirkt.

[Varkensvilders]

Varkensvilders, spotnaam voor de inwoners van Ternaard bij Dokkum.

[Varsovienne]

Varsovienne, dans in Polen; Varsovie = Warschau. Zie Jan Piedewiet.

[Vasalstaat]

Vasalstaat, staat die (als leenman: vasal) afhankelijk is van een anderen staat (leenheer: suzerein).

[Vascagat]

Vascagat, (fr.), spotnaam voor Henri Rochefort, sedert Juni 1898, nadat zijn blad L'Intransigeant den tekst van een aan hem gericht dank-adres zooals het heette van arbeiders van Marseille openbaar had gemaakt. Wie Provençaalsch kenden, ontdekten echter, dat de namen der onderteekenaars (Vascagat, Endoume, enz.) éénen volzin vormden, waarin Rochefort bespottelijk werd gemaakt, en waarin hem allerlei leelijke dingen naar het hoofd geworpen werden. Men noemt Rochefort ook marquis de Vascaga; hij heet eigenlijk markies de Rochefort-Luçay.

[Vaskeer]

Vaskeer, (afr.), vastmaken, opsluiten.

[Vasloop]

Vasloop, (afr.), vastloopen, in den zin van er in loopen. Daarme het al baing (veel) mense verhulle vasgeloop.

[Vassalo-systeem]

Vassalo-systeem, waarbij ronde gaten van ongeveer een voet in doorsnede in de ra-, stag- en andere zeilen worden aangebracht, welke aan den dooden wind, die anders altijd in de zeilen rondwaart, den aftocht toestaan, zoodat de nakomende frissche wind het zeil met volle kracht rechtstreeks treft; waardoor de snelheid der vaart wordt bevorderd. Met dit nieuwe systeem zeilen jachten enz. veel sneller dan met het oude.

[Vat der Danaïden]

Vat der Danaïden, zie Danaïden.

[Vatel]

Vatel, (fr.), een (uitmuntende) kok; aldus naar Vatel, den maitre d'hôtel van den grooten Condé, wiens tragische dood door Mad. de Sevigné vereeuwigd is. Condé, de overwinnaar bij Rocroi, bood Lodewijk XIV in 1671 in zijn vorstelijk verblijf te Chatilly een prachtigen avondmaaltijd aan. Toen de visch te laat kwam, duchtte Vatel, dat aan twee tafels de visch zou ontbreken; hij vreesde zijn goeden naam daardoor te verliezen en doorboorde zich met zijn degen.

[Vaticaan (Het -]

Vaticaan (Het -, de residentie van den Paus, te Rome, met 22 open plaatsen en 11.246 kamers. Geheeten naar den Collis Vaticanus, waarop ze gebouwd staat, en welke oorspronkelijk tot het gebied behoorde der oude Etrurische stad Vatica of Vaticum; op den rechteroever van den Tiber.

[pagina 1195]

[p. 1195]

[Vaticaansch concilie]

Vaticaansch concilie, het 20e eucumenisch concilie (8 Dec. '69-20 Oct. '70), op 29 Juni 1869 door Paus Pius IX bijeengeroepen, en aldus genoemd naar het Vaticaan, waar de zittingen gehouden werden. Hoofddoel was het uitspreken van de leer der pauselijke onfeilbaarheid en de bevestiging van de leer van de Syllabus. Zevenhonderd prelaten namen er deel aan. Behalve de leer der onfeilbaarheid werden tal van andere leerstukken op het Vaticaansch concilie bevestigd en andermaal verkondigd met veroordeeling der tegengestelde dwalingen, als pantheïsme, materialisme. Den 21 Juli '70 werd de stad door de Italiaansche troepen bezet, en op 20 Oct. werd het Concilie verdaagd, d.i. de zittingen werden geschorst.

[Vaticanisme]

Vaticanisme, de richting of het streven om den Paus (op het Vaticaan) te Rome de alleenheerschappij te bezorgen, die hij meer dan 10 eeuwen bezeten heeft! niet slechts als onfeilbaar Pontifex Maximus, maar ook als wereldlijk vorst.

[Vaticinium post eventum]

Vaticinium post eventum, (lat.), voorspelling nà de uitkomst (opgeschreven of gefabriceerd). Zulke vaticinia kan men onderkennen aan de uitvoerige vermelding van allerlei bizonderheden, uit welke blijkt, dat ze het karakter van profetie niet dragen. De voorspellingen in Daniël XI en Jes. V houdt men voor zulke vaticinia.

[Vatten (Wie het - kan, vatte het]

Vatten (Wie het - kan, vatte het, uit Matth. XIX:12.

[Vau]

Vau of Waw, 6e letter van het Hebreeuwsche alfabet, overeenkomend met ònze V en W. Hebr. vav = spijker, haak, naar de gedaante dezer letter in zeer vele oude alfabets. De getalwaarde is 6.

[Vaudeville]

Vaudeville, (fr.), blijspel met zang; oorspronkelijk alleen een liedje; uit val-de-vire, naar het dorpje Vire in Neder-Normandië, waar in de 15e eeuw een werkman, Olivier Basselin, woonde die op voorkomende gebeurtenissen liedjes maakte en zong. - Daarnaar benoemde men in 1792 een nieuwen schouwburg te Parijs, waar blijspelen met zang werden opgevoerd, en daarnaar ook heetten blijspelen in den smaak van de daar gespeelde stukken.

[Vauxhall]

Vauxhall, ook wel verkeerdelijk voksaal en voxaal gesproken en geschreven. Tuin voor publieke vermakelijkheden; ook, muzikale uitvoering in eene hel verlichte, met groen en bloemen versierde zaal. Eig. hall (zaal, hof) van (Jane) Vaux, eigenares eener plaats vlak nabij Londen, sedert versmolten met het stadsdeel Lambeth, waar in het midden der 18e eeuw een tuin voor publieke vermakelijkheden werd aangelegd; hetgeen in Parijs en elders navolging vond; vanhier, de algemeenheid der benaming. De tuin te Londen ging teniet; doch de naam leeft nog voort in Vauxhallbridge (de eerste brug over de Teems) en Vauxhall-street (die naar het binnendeel der wereldstad voert). - Te St. Petersburg, misschien ook elders in Rusland, heet een spoorwegstation een vauxhall.

[Vecht-Generaal (De -]

Vecht-Generaal (De -, Generaal N.J. Smit, vice-president der Zuid-Afrikaansche republiek, overleden te Pretoria Maart 1896, die een werkzaam aandeel nam aan de veldtochten, waarin de Transvaal zich vrijvocht van de Engelschen. Hij streed zoowel bij Laing's Nek als bij Majuba. Met Paul Kruger en met Du Toit was hij in 1884 in Nederland, ter projecteering van een Zuid-Afrikaanschen spoorweg. Toen zijne gezondheid en krachten afnamen, eerde hem zijn volk door de opdracht van het vice-presidentschap der Republiek. - Ook Antonio Maceo, die Dec. 1896 sneuvelde als hoofd der opstandelingen op Cuba, de laatst overgeblevene van tien broeders (Mulatten), die allen gezworen hadden Cuba vrij te maken of te sterven, was een vecht-generaal, een man van ruwe kracht.

[Vecht-Majoor]

Vecht-Majoor, de gepensionneerde Luit.-Generaal J.H. Romswinckel.

[Veda]

Veda, d.i. wetenschap, noemen de Indiërs het oudste gedeelte hunner letterkunde. Het is eene omvangrijke verzameling van gebeden, lofzangen, gods-

[pagina 1196]

[p. 1196]

dienstige en zedekundige vermaningen en leerstellingen uit vroegeren en lateren tijd, geschreven in het Sanskrit. Men onderscheidt vier deelen der Veda, n.l. Rik, Sâman, Jadsjoes en Atharwan, waarvan ieder weer uit drie trappen bestaat: Mantra = godsdienst, ook Samhita (= verzameling) geheeten, lofzangen en spreuken bevattend; Brahmana = godgeleerdheid, uit godsdienstige ceremoniën en voorschriften bestaande, en Soetra = draad of band, waarin de kerkelijke leerstukken der Brahmanen vervat zijn.

[Vedel]

Vedel, het Hollandsche woord voor viool, in de spreektaal fiedel, dat verwant is aan hgd. fiedel en eng. fiddle. In het Latijn der Middeleeuwen heette dit snaarinstrument vitula, vidula, waarvan provenç. viula, en ital. viola; hiervan komt fr. violon en òns viool.

[Vedi Napoli e poi muori!]

Vedi Napoli e poi muori! zie Napels, en sterf dan, Italiaansch spreekwoord, ontleend aan de prachtige ligging der stad aan de Golf van Napels; zóo bekoorlijk, dat als men haar mocht aanschouwen, men genoeg heeft gezien in zijn leven.

[Vee van Laban.]

Vee van Laban. Zie Laban's vee.

[Veem]

Veem, (barg.), hand.

[Veemgericht]

Veemgericht, geheime rechtbank in de Middeleeuwen, die, geheel buiten de openbare macht om, vonnissen uitsprak en voltrok. De voorzitter heette vrijgraaf of stoelheer, zijne bijzitters vrijschepenen, en de plaats der zitting vrijstoel. Ook heetten, in 't algemeen, de leden Wetenden, dat is: ingewijden. Die aangeklaagd was, werd driemaal gedagvaard. Kwam hij niet, dan werd hij verfehmt, aan de vrijschepenen vrijgegeven. Iedere vrijschepen had het recht hem op te knoopen, niet aan een galg, maar aan een boom. Stelde de veroordeelde zich te weer, dan mocht de vrijschepen hem doodsteken, maar legde dan een mes, waarop eenige geheimzinnige letters stonden, bij het lijk, ten teeken, dat de dooding geen moord, maar eene strafvoltrekking was geweest. De Veemgerichten ontstonden in de 13e eeuw, vooral in Westfalen, of, zooals men 't noemde, op den rooden grond. Eene der beroemdste vrijstoelen is die van Dortmund geweest. Het laatste Veemgericht is gehouden in 1563, bij Zella. Nabij Bredevoort ligt, in een dennenbosch, de havezathe Walvoort, de eenige Nederlandsche plek, waar een vrijstoel van het Veemgericht in volle werking geweest is.

[Veemsteker]

Veemsteker, (barg.), ringvinger.

[Veemsteker (Een foksche -]

Veemsteker (Een foksche -, (barg.), een gouden ring.

[Veertien en Hendrik IV]

Veertien en Hendrik IV, 14 letters vormen Henri de Bourbon. Hij was de 14e Koning van Frankrijk en Navarra, na de uitroeiing van 't geslacht van Navarra. Hij werd 14 Dec. 1553 geboren, de som der cijfers van dit geboortejaar = 14; hij werd 14 Mei 1610 vermoord, en heeft 4 × 14 jaar, 14 weken en 4 × 14 dagen geleefd. Den 14 Mei 1552 werd Margaretha de Valois, zijne eerste vrouw geboren; 14 Mei 1588 kwamen de Parijzenaars tegen hem in opstand; 14 Maart 1590 won hij den slag bij Ivry; Gregorius XIV vaardigde eene bul uit, waarbij hij van den troon uitgesloten werd; den 14 Dec. 1600 werd de Hertog van Savoye met Hendrik IV verzoend; 14 Sept. 1606 werd zijn zoon, later Lodewijk XIII, gedoopt.

[Veertien en Lodewijk XIV.]

Veertien en Lodewijk XIV. Hij was de 14e koning van zijn naam, besteeg den troon in 1643; de som der cijfers van dit getal = 14; hij stierf in 1715; de som der cijfers van dit jaartal is eveneens 14; zelfstandig trad hij op na den dood van Mazarin in 1661, de som van welke cijfers = 14; hij werd geboren in 1638 en stierf in 1715; deze beide jaartallen te zamen geteld geven 3353; de som der cijfers van dit getal geeft 14.

[Veertig eeuwen zien van deze pyramiden op u neer]

Veertig eeuwen zien van deze pyramiden op u neer, woorden, waarmede Napoleon in 1798 zijne soldaten in Egypte aansprak, ten einde hen aan te vuren, door hun in herinnering te

[pagina 1197]

[p. 1197]

brengen, dat zij zich in de nabijheid van zóovele helden der oudheid bevonden.

[Vegetarier]

Vegetarier, planteneter, oneigenlijke naam voor aanhanger van het vegetarianisme. 't Zijn personen, die zich onthouden van alle voedings- of genotmiddelen, tot welker voortbrenging of bereiding het dooden van dieren vereischt wordt. Zij gebruiken nochtans wel eieren (waarbij de levenskiem van het kuiken gedood wordt) en melk (voedsel aan de jonge zoogdieren onthouden). Zij behooren ook geheel-onthouders te zijn, en geen thee, koffie, kruiderijen of tabak, geene geneesmiddelen en derg. te gebruiken. Zoo wilde nl. de vader van dit stelsel, J. Newton, die in 1811 uitgaf Return to Nature or Defense of vegetable regimen. In 1847 werd de Vegetarian Society te Londen opgericht; later volgden de Temperance Hotels. In Duitschland trad in 1868 E. Baltzer als voorvechter van het vegetarianisme op. Door Ludwig, Virchow en Funke is het onhoudbare van het stelsel op wetenschappelijke gronden aangetoond. Reeds in 1052 vormde zich te Goslar eene secte, die geen vleesch wilde eten; de Duitsche keizer Hendrik III vond die menschen gevaarlijk, en liet ze ophangen.

[Veiligheidswet]

Veiligheidswet, officieele benaming der wet van 20 Juli 1895 (Stsbl. no. 137), houdend bepalingen tot beveiliging bij het verblijven in fabrieken en werkplaatsen.

[Veine hebben]

Veine hebben, (fr.), het gelukkig treffen; op een gelukkigen inval komen. Het tegenovergestelde is déveine

[Veld]

Veld, (wap.), oppervlak van 't schild, ook van een kwartier.

[Veldmuizen van koning Sethon]

Veldmuizen van koning Sethon, Herodotus vertelt (2, 141), dat Sethon, koning van het door hem bezette Egypte, en priester van Vulcanus, de krijgslieden verachtte en onderdrukte; daarom wilden zij hem in den strijd tegen Sanacharibas, den koning der Arabieren en Assyriërs niet volgen. Hij klaagt in den tempel zijn nood aan het beeld van zijn god; deze verschijnt hem in een droom en belooft hem helpers. Toen hij met eene schaar vrijwilligers voor Pelusium lag, trok 's nachts een leger van veldmuizen tegen den aanrukkenden vijand op, en knaagde, hunne pijlkokers, bogen en schildriemen stuk, zoodat zij den volgenden dag ongewapend vluchtten, en vele manschappen verloren.

[Veleda]

Veleda of Velleda, waarzegster bij de Bructeren. Vermoedelijk een symbolische naam, beduidend ‘welgevallen’, ‘genade’. Zij voorspelde aan Claudius Civilis, opperhoofd der Batavieren, bij zijn opstand tegen de Romeinen, een gunstigen uitslag van den Bataafschen vrijheidskamp.

[Velen zijn geroepen(en), maar weinigen uitverkoren]

Velen zijn geroepen(en), maar weinigen uitverkoren, Matth. XXII:16.

[Velis et remis]

Velis et remis, (lat.), met zeilen en riemen, d.i. met alle mooglijke middelen, alle zeilen bijzettend.

[Velours]

Velours, (fr.), fluweel, ofr. velous, thans velu, d.i. harig, ruig.

[Velveteen, velveting]

Velveteen, velveting, (eng.), ongekeperd manchester. Het gelijkt op velvet (fluweel).

[Vendémiaire]

Vendémiaire, (fr.), wijnmaand, vgl. Vendanges (wijnoogst). Zie Kalender (Republikeinsche -, van 24 Oct. 1793.

[Vendetta]

Vendetta, bloedwraak; de doodelijke haat en vijandschap, waarin weleer geheele familiën, inzonderheid op Corsica leefden, tengevolge van een eersten moord.

[Venerabel-verklaring]

Venerabel-verklaring, vereerenswaard-verklaring van zalig gesproken personen in de R.-Kath. kerk, die dan aangeroepen mogen worden. Zoo heeft paus Leo XIII de zaligspreking der Fransche vrijheidsheldin Jeanne d'Are, Jan. 1894, door hare vereerenswaard (vénérable) -verklaring doen volgen. Het Lat. venerabilis beteekent eerwaardig.

[pagina 1198]

[p. 1198]

[Venerabile]

Venerabile, (lat.), het eerwaardige. Benaming van het kastje waarin de heilige hostie wordt bewaard. Als dit kastje opengaat, maken de geloovigen een teeken des kruises in gebogen of knielende houding. Zie Monstrans.

[Vénérable Compagnie (La -]

Vénérable Compagnie (La -, (fr.), het Eerwaardige Gezelschap, de gezamenlijke geestelijkheid bij de Hervormden, die te Genève het opzicht uitoefent over alles wat op den godsdienst betrekking heeft.

[Venetiaansche glazen]

Venetiaansche glazen, drinkglazen uit de Middeleeuwen, te Venetië gemaakt, die de eigenschap zouden bezitten van in scherven te breken, wanneer er vergif in gegoten werd.

[Venetiaansche school]

Venetiaansche school, schilderschool, waarvan Titiaan († 1576) aan 't hoofd stond. Zij liet de studie van 't antieke na, en muntte uit in de nabootsing der natuur en door den rijkdom van kleuren.

[Venetië van het Noorden (Het -]

Venetië van het Noorden (Het -, voormalige eernaam van Amsterdam, in de 17e eeuw, wegens zijn toenmaligen uitgebreiden handel. Constantijn Huygens († 1687) zong:

Tweemael Venetiën, waer is 't ende van uw wallen!

Bij wijze van tegenstelling heet dan Venetië het Amsterdam van het Zuiden.

[Veni, Creator Spiritus]

Veni, Creator Spiritus, (lat.), kom, scheppende Heilige Geest. Aanvang van een Roomsch-kerkelijk lied der Middeleeuwen.

[Veni, vidi, vici]

Veni, vidi, vici, (lat.), ik kwam, ik zag, ik overwon, woorden, waarmede Caesar aan zijn vriend Amintius te Rome zijne overwinning bij Ziela, in Pontus, meldde (2 Aug. 47 v.C.), door hem behaald op Pharnaces, zoon van Mithridates, koning van Pontus, die aan Pompejus hulp verleend had.

[Venia aetatis]

Venia aetatis, meerderjarigverklaring. Wordt bij ons door den Hoogen Raad, onder goedkeuring van de Kroon, verleend.

[Venia(m) agendi]

Venia(m) agendi, petere (verzoeken), nl. verlof om gerichtelijk tegen iemand op te treden. Men verzocht dit aan de schepenen zijner woonplaats, bv. ao 1734 ‘ter fine van egtscheydinghe’. Venia agendi (lat.) = vergunning om te handelen.

[Veniam petimusque damusque vicissim]

Veniam petimusque damusque vicissim, (lat.), (deze) vergiffenis (vrijspraak) vragen wij en geven wij wederkeerig. Ovidius, Ad Pisonem, regel 11.

[Venitienne]

Venitienne, Venetiaansch lied der gondeliers.

[Venloosch pèèrdje]

Venloosch pèèrdje, volksetymologische benaming (in Limburg) van de velocipède.

[Vennootschap]

Vennootschap, waarschijnlijk afkomstig van veinnoot, veennoot- veemnootschap (veemnoot = veemgenoot, medelid van een veem), volgens het burgerlijk recht - hetwelk spreekt van ‘maatschap of vennootschap’ - ‘eene overeenkomst, waarbij twee of meerdere personen zich verbinden om iets in gemeenschap te brengen, met het oogmerk om het daaruit ontstaande voordeel met elkander te deelen’ (art. 1655 B.W.). In het Handelsrecht onderscheidt men: 1) de vennootschap onder eene firma, ‘diegene, welke twee of meer personen aangaan, teneinde onder een gemeenschappelijken naam koophandel te drijven’ (art. 16 W.v.K.), de commanditaire vennootschap, ook vennootschap bij wijze van geldschieting, ‘anders een commandite genaamd’, ‘aangegaan tusschen eenen persoon, of tusschen meerdere hoofdelijk voor het geheel aansprakelijke vennooten, en eenen of meer andere personen als geldschieters’ (art. 19 W.v.K.); 2) de naamlooze vennootschap, waarbij Koninklijke bewilliging gevorderd wordt en waarvan de leden (aandeelhouders) niet verder aansprakelijk zijn dan voor het bedrag hunner aandeelen.

[Vent et marée (Contre -]

Vent et marée (Contre -, (fr.), tegen wind en getij: zijn gevoelen doordrijven = met geweld en hardnekkigheid.

[Ventail]

Ventail, (fr., wap.), kijksleuf in den helm.

[pagina 1199]

[p. 1199]

[Ventôse]

Ventôse, (fr.), windmaand. Zie Kalender (Republikeinsche, van 24 Oct. 1793.

[Ventre affamé (Coiffure -]

Ventre affamé (Coiffure -, (fr.), kapsel à la Cléo de Mérode. Deze danseres van vrij groote schoonheid, kapt zich zóo, dat hare ooren onzichtbaar worden; 't gaat haar dus als de ventre affamée (qui) n'a pas d'oreilles.

[Venu trop tard dans un monde trop vieux (Je suis -]

Venu trop tard dans un monde trop vieux (Je suis -, (fr.), ik ben te laat gekomen in eene te oude wereld; Alf. de Musset, Rolla I, verklaring zijner belijdenis: Je ne crois pas, ô Christ! à ta parole sainte; en hij verklaart dit met: D'un siècle sans espoir naît un siècle sans crainte; en daarom roept hij moedeloos:

Jésus! ce que tu fis, qui jamais le fera?

Nous, vieillards nés d'hier, qui nous rajeunira?

[Venus]

Venus, Italiaansche lentegodin, onder Griekschen invloed geheel vereenzelvigd met Aphrodite, en dus geworden eene godin van schoonheid en liefde. De maand April als lentemaand was haar gewijd, op den 1en van die maand offerde men aan haar als Venus Genetrix (de voortbrengende V.), (z.a.), op den 23en als Venus Vulgivaga. Zie verder Aphrodite en Anadyomene.

[Venus.]

Venus. De meest beroemde afbeeldsels van deze godin zijn de Mediceïsche Venus, de Aphrodite van Praxiteles, de Venus van Milo, de Venus Victorina van Canova en de Venus van Gibson.

[Venus van Milo.]

Venus van Milo. Dit standbeeld, met drie van Hermes, werd in 1820 door admiraal Dumont op Milo, een der Grieksche eilanden, ontdekt. Vandaar de naam. Het staat nu in het Louvre.

[Venus van Praxiteles.]

Venus van Praxiteles. Dit standbeeld hadden de oude Cnidiërs aangekocht, die er zoo'n hoogen prijs op stelden, dat zij zelfs het aanbod van Nicomedes, koning van Bithynië, afsloegen, toen deze hun de betaling hunner nationale schuld als koopprijs aanbood. Later kwam het te Constantinopel, waar het bij den grooten brand onder de regeering van Justinianus verloren ging.

[Venus vulgivaga]

Venus vulgivaga, (lat.), de overal rondzwervende Venus (bij Lucretius). Van vulgus (= groote hoop, menigte) en vagus (= ronddolend), uit vagor (ik zwerf). Fig. voor prostitutie; bv. ‘de Venus vulgivaga neemt eene stadswijk in beslag’.

[Venusberg (De -]

Venusberg (De -, ook Hörselberg, de berg waarin vrouw Venus haar verblijf houdt; de trouwe Eckart waarschuwt hen, die naderen, want die dezen betooverden berg binnentreedt, verliest de eeuwige zaligheid. Tannhäuser (1240-70) bespotte den minnedienst in allerlei gedichten, o.a. in een Busslied, dat waarschijnlijk aanleiding gaf tot de sage, dat hij in den Venusberg verblijf hield, vruchteloos te Rome om genade vroeg en eindelijk naar Venus in den Hörselberg (bij Eisenach) terugkeerde; naar welke sage Rich. Wagner zijn muziekdrama dichtte.

[Venushoed]

Venushoed, rozenkrans. Ook Rozenhoed.

[Venusworp]

Venusworp, lat. jactus Veneris of Venerius, ook alleen Venus, de hoogste worp met vier tali (dobbelsteenen), wanneer al de steenen een ander getal vertoonden. Hadden de vier steenen allen hetzelfde getal boven liggen, dan was dit de laagste worp, canis (hond) geheeten. Zie Canis.

[Ver de terre amoureux d'une étoile]

Ver de terre amoureux d'une étoile, (fr.), een aardworm, die op eene ster verliefd is. Met die woorden kenschetst Ruy Blas, tegenover de Koningin, de hartstocht, die hij voor haar gevoelt, in het drama Ruy Blas, van Victor Hugo, II, 3, den 8en Nov. 1838, in den schouwburg de la Renaissance voor 't eerst opgevoerd. Men past die woorden dikwerf toe op iemand, die een ander van veel hoogeren stand bemint.

[Ver sacrum]

Ver sacrum, (lat.), heilige lente, werd in het oude Rome uitgeschreven als een groot gevaar het vaderland be-

[pagina 1200]

[p. 1200]

dreigde. Dan wijdde het geheele volk alles wat de volgende lente levends opleverde, aan de goden. Dat alles werd geofferd; de kinderen moesten, zoodra zij volwassen waren, over de grenzen gaan om volkplantingen te stichten. Ver sacrum is ook de titel van een nieuw Weener kunsttijdschrift, verschenen Januari 1898, orgaan van den ‘Verein bildender Künstler Oesterreichs’.

[Verba valent usu]

Verba valent usu, (lat.), de woorden ontleenen hunne waarde (en beteekenis) aan het gebruik; dus niet wat het woord moest beteekenen of vroeger beteekende, maar wat het nu beteekent, is van gewicht.

[Verballhornen]

Verballhornen, (hgd.), iets slechter maken, terwijl men het integendeel dacht te verbeteren. De uitdrukking is haar ontstaan schuldig aan Joh. Ballhorn, een boekdrukker te Lubeck (1531-99), die sommige zoogenaamde verbeterde uitgaven van werken deed verschijnen, die òf slechts onbeteekenende wijzigingen hadden ondergaan, òf door hem bedorven waren geworden. Men zegt ook verballhornisieren en en Verballhornisierung.

[Verbatim et litteratim]

Verbatim et litteratim, (lat.), woordelijk en letterlijk, woord voor woord en letter voor letter. (De Romeinen zouden hiervoor ad verbum, ad litteram gezegd hebben).

[Verbergingskuil]

Verbergingskuil, kuil van 500 M. in omtrek en 9 M. diepte in Gasselte bij Assen, waarin nooit water komt; doch in hooger gelegen kuilen in den omtrek wel.

[Verbi divini minister]

Verbi divini minister, (V.D.M.), bedienaar des goddelijken woords, predikant.

[Verbondsbroeders]

Verbondsbroeders, (frères d'alliance), in de Middeleeuwen en nog later jonge edellieden, tusschen wie een priester eene gewijde hostie had gedeeld, en die daarbij de gelofte hadden afgelegd, elkander hou en trouw te zullen zijn in nood en dood.

[Verbondstheologie]

Verbondstheologie, de leer der Verbonden (het Oude en het Nieuwe) in de godgeleerdheid, vooral ontwikkeld door den beroemden Coccejus († 1669), wiens Summa doctrinae de Foedere Dei (Hoofdsom der leer aangaande het Verbond Gods), het Nieuwe Verbond als een Verbond der genade aan het Oude Verbond der werken wordt overgesteld. In het Nieuwe Testament evenwel bekleedt het begrip van verbond eene meer ondergeschikte plaats, en dient meer tot beeldspraak en vergelijking; daar de betrekking waarin de mensch door Christus en naar de leer van het Evangelie tot God staat, door dit woord slechts gebrekkig en onvolledig geteekend wordt.

[Verbrande Berend]

Verbrande Berend, een beruchte schaapherder, schapendief en brandstichter, geboren 1750 te Ermeloo, wiens nagedachtenis nog heden ten dage op de Veluwe leeft en 't onderwerp van menige schrikaanjagende vertelling is. Hij werd in 1773 op den Galgeberg bij Arnhem geworgd en daarna verbrand.

[Verbrou]

Verbrou, (afr.), verbruid, bedorven.

[Verbruikleening]

Verbruikleening, overeenkomst, waarbij de eene partij aan de andere eene zekere hoeveelheid van verbruikbare zaken afgeeft, onder voorwaarde, dat de laatste haar even zooveel, van gelijke soort en hoedanigheid, teruggeve. (Art. 1791 B.W.).

[Verbum Dei manet in aeternum]

Verbum Dei manet in aeternum, (lat.), het Woord Gods blijft in eeuwigheid. Jez. XL:8, naar de Vulgata, die in plaats van ‘Dei’ heeft ‘Domini nostri’. Leus, die in 1526 prijkte op het gewaad der Evangelische stenden, die door Johan van Saksen naar den Rijksdag van Spiers werden geleid. - Ook opschrift van menige oude kerkklok.

[Verchasmenen]

Verchasmenen, (verhollandscht uit hebr. chousom chotam = zegel) verzegelen.

[Verde antico]

Verde antico of oud groen, groene gesteenten, die in de oudheid tot sieraden gebezigd werden.

[Verdoye]

Verdoye, (eng., wap.), een boordsel of zoom beladen of versierd met acht bloemen, bladeren of vruchten.

[Verdriet van China (Het -]

Verdriet van China (Het -, dè Gele Rivier. Wegens hare talrijke overstroomingen.

[pagina 1201]

[p. 1201]

[Verdrukking in groeien (Tegen de -.]

Verdrukking in groeien (Tegen de -. Schertsend omtrent voorspoedig opgroeiende kinderen of wèlgedane menschen; zij, die geen sporen van uitgestanen druk in hun uiterlijk dragen. Uit Exod. I:12: ‘hoe meer zij (de Egyptenaren) het (Israël) verdrukten, hoe meer het wies’. Vgl. Palma sub pondere etc.

[Verduistering]

Verduistering, de daad van hem' ‘die opzettelijk eenig goed, dat geheel of ten deele aan een ander toebehoort, en dat hij anders dan door misdrijf onder zich heeft, wederrechtelijk zich toeeigent’. (Art. 321 W.v.S.).

[Vereenigde Staten van Europa]

Vereenigde Staten van Europa, werd ter aanduiding van den eeuwigen vrede, door Cattanes (geb. 1815), in diens in 1848 verschenen werk over den opstand te Milaan voor 't eerst gebezigd. Twee jaren later werd het denkbeeld, door Victor Hugo (1802-85), bij de opening van het congres der Amis de la paix nader ontwikkeld. Hij zeide toen o.a.: ‘Er zal een dag komen, dat de twee machtige Statengroepen, de Vereenigde Staten van Amerika en de Vereenigde Staten van Europa, elkander over de zeeën de handen zullen rijken.’

[Vereering van het Kruis]

Vereering van het Kruis, (r.k.), plechtigheid in de kapel van het koninklijk paleis te Madrid, jaarlijks op den Goeden Vrijdag, waarbij de Koning of de Koningin van Spanje, volgens oud gebruik, aan zeven ter dood veroordeelden gratie verleent.

[Verenlithe]

Verenlithe, kunstmarmer, waarvan eene fabriek is gevestigd te Heeze (N.-Brabant).

[Vererg]

Vererg, (z. afr.), boos maken: ons het ons vererg, wij hebben ons boos gemaakt.

[Verfoes]

Verfoes, (z. afr.), verknoeien.

[Vergebens spricht man viel, um zu versagen]

Vergebens spricht man viel, um zu versagen, (hgd.), zie Man spricht enz.

[Vergette]

Vergette, (fr. wap.), smalle paal of staak, 1/6 der schildbreedte.

[Vergetté]

Vergetté, (fr. wap.), veld verdeeld in staken.

[Vergilius]

Vergilius, (stud.), zie Malchus (stud.).

[Verguldavondje]

Verguldavondje, genoegelijk avondje, dat nog voor ongeveer een halve eeuw de banketbakkers een paar dagen vóor St. Nikolaas aan de kinderen hunner klanten bereidden; die dan werden uitgenoodigd om op de groote St. Nikolaaspoppen (van koekdeeg) het verguldsel te komen plakken. Vanhier, dat zulk een avondje ook plakavond werd geheeten. Hildebrand vertelt er van in zijne Camera Obscura.

[Verhemdekleeden]

Verhemdekleeden (Ootmarsum), verwaden (Holland), elders verhennekleeden, verhenekleeden, verhunnekleeden, afleggen, het verkleeden van een lijk vóor de begrafenis.

[Verhoogd]

Verhoogd, (wap.), hooger dan gewoonlijk geplaatst.

[Verhoogt zal vernederd, en die zichzelven vernedert zal verhoogd worden (Die zichzelven -]

Verhoogt zal vernederd, en die zichzelven vernedert zal verhoogd worden (Die zichzelven -, zie Matth. XXIII:12.

[Verificatie]

Verificatie, eig. waarmaking, in een faillissem*nt, van de juistheid van het bedrag der schuldvorderingen in eene vergadering van schuldeischers, onder leiding van den rechter-commissaris en in tegenwoordigheid van den curator. Waarbij tevens (althans voorloopig) wordt beslist, welke schuldvorderingen bevoorrecht zijn.

[Veritas praevalebit]

Veritas praevalebit, (lat.), de waarheid zal overwinnen; legende van sommige kerkzegels.

[Veritas se ipsa defendit]

Veritas se ipsa defendit, (lat.), de waarheid verdedigt zichzelve.

[Veritatis ergo]

Veritatis ergo, (lat.), krachtens de waarheid of ter wille van de waarheid.

[Veritatis simplex oratio est]

Veritatis simplex oratio est, (lat.), naar Euripides, Seneca Epistolae, 49, 12, het woord der waarheid is eenvoudig. Zie Simplex sigillum veri.

[pagina 1202]

[p. 1202]

[Vérité en deçà des Pyrénées, erreur au delà!]

Vérité en deçà des Pyrénées, erreur au delà! (fr.), wat aan deze zijde van de Pyrenaeën waarheid is, is aan gene zijde dwaling, Bl. Pascal, Pensées III, 8 (Ed. Havet).

[Verjaring]

Verjaring, rechtsmiddel om door verloop van tijd eigendom te verkrijgen of van eene verbintenis bevrijd te worden. De eerste soort van verjaring (lat. usucapio) wordt wel de acquisitieve, de andere (lat. praescriptio) de extinctieve usucaptie genoemd.

[Verkleur]

Verkleur, (afr.), verkleuren, blozen; daarom: verkleurmannetje, iemand die spoedig bloost.

[Verkleurmannetje]

Verkleurmannetje, (afr.), zie Jantje-trap-zuutjes.

[Verkouden]

Verkouden, (mil.), vooruitzicht om gestraft te zullen worden.

[Verkrummelen]

Verkrummelen, (barg.), verbergen.

[Verlaagd]

Verlaagd, (wap.), lager dan gewoonlijk geplaatst.

[Verlicht]

Verlicht, (wap.), heeten dierenkoppen, wanneer het oog van andere kleur of metaal is. Komt vooral voor bij koppen van everzwijnen. Ook gebouwen: met vensters van ander émail dan het stuk zelf. Fr. ajouré.

[Verlof met behoud van spijkers]

Verlof met behoud van spijkers, (mil.), van soldij.

[Verloren Maandag]

Verloren Maandag, zie Koppermaandag.

[Verloren schaap is terecht (Het -]

Verloren schaap is terecht (Het -, ontleend aan de gelijkenis van Jezus in Luk. XV:4-7.

[Vermasseren]

Vermasseren, verhollandscht uit hebr. masar = overleveren, vooral in den lateren ongunstigen zin van verraden, een geheim verraden, iemand aangeven.

[Vermeinseren]

Vermeinseren, (verhollandscht uit hebr. maäser, ook uitgesproken meinser (z.a.)), in de Joodsche volkstaal: vertienen, een tiende deel van iets (winst, erfenis, inkomsten) voor liefdadige doeleinden bestemmen.

[Vermin State]

Vermin State, (am.), gewormtestaat, naam voor New-Mexico, naar al de schadelijke insecten in die streek. De inwoners, meest van Spaanschen oorsprong, heeten Spanish Indians.

[Verminkt]

Verminkt, (wap.), zonder staart, nagels, tong en tanden.

[Vernederd]

Vernederd, (wap.), verlaagd, (z.a.).

[Vernieuwing des tempels (Feest der -]

Vernieuwing des tempels (Feest der -, ingesteld door Judas den Makkabeeër († 161 v.C.), toen hij den tempel, die drie jaren lang ontheiligd en door Syrischen afgodsdienst bezoedeld was geweest, reinigde, en het nieuw gebouwde brandofferaltaar op nieuw inwijdde; zie 1 Makkab. IV:56, 59 en vgl. 2 Makkab. X:6 vg. Ten tijde van Jezus (vgl. Joh. X:22) werd het in het gansche Joodsche land gevierd, acht dagen lang, met eene verlichting der huizen. Het viel in op den 25 Kislev (December). Later schijnt dit feest zijn kerkelijk karakter verloren te hebben, en een nationale gedenkdag geworden te zijn; weshalve Flavius Josephus het den naam geeft van lichten, als zinnebeeld van de macht en vrijheid, welke den volke Israëls boven verwachting ten deel gevallen waren.

[Vernissage]

Vernissage, (fr.), bezoek door eene schare van bevoorrechten, der schilderijen-tentoonstelling te Parijs, éen dag vóor de eigenlijke opening. 't Is een ‘kermis der ijdelheid’ onder de hooge kringen. Vernissage = het vernissen, daar het heet, dat de schilders op dien dag de ingezonden werken nog vernissen.

[Vernon-penningen]

Vernon-penningen, gedenkpenningen op den Engelschen admiraal Eduard Vernon, die in 1741 van zijne Regeering bevel ontving met de vloot naar Carthagena te stevenen ter bemachtiging dezer stad. Zóo sterk hield men zich te Londen verzekerd van de overwinning, dat reeds terstond, vóordat nog eenig bericht van den afloop was ingekomen, een gedenkpenning op de inneming der stad werd geslagen. Groot was de teleurstelling, toen de Admiraliteit vernam, dat Vernon het beleg onverrichter zake had moeten opbreken; en

[pagina 1203]

[p. 1203]

men haastte zich de uitgegevene gedenkpenningen weder machtig te worden en te vernietigen. Vandaar, dat ze zeldzaam zijn geworden en zeer gezocht. Er bestaan eene menigte varianten van, meerendeels vermeld in ‘De Navorscher’ VI bl. 161, VII bl. 5, 165, 262 en IX bl. 327.

[Veronica.]

Veronica. Men zegt, dat zekere maagd Jezus, toen hij naar den Calvarieberg ging, een zakdoek aanreikte, om het zweet van zijn voorhoofd te vegen. Nadat zij dien terugkreeg, vond men er eene volkomene gelijkenis van Jezus' aangezicht op; daarom heette men dien Vera-Iconica (ware gelijkenis). De maagd werd later St. Veronica genoemd. Een dezer zakdoeken wordt in de St. Pieterskerk, en de andere in de Cathedraal van Milaan bewaard.

[Veronica]

Veronica, naam, ontstaan uit het opschrift van een barnsteenen amulet, dat de gladiatoren droegen: phero nikèn = ik behaal de overwinning; of ook uit Pherenikè waarvan de Macedonische vorm is Berenike of Beronike, vanwaar Berenice. (Hand. XXV:23).

[Veroveraars]

Veroveraars,

Alexander de Groote, de veroveraar der wereld (356-323 v.C.).
Alfonso van Portugal (1094-1185).
Aurungzeb de Groote, Alengir, de machtigste der Groot Mogols (1618-1707).
Fernando Cortez, † 1547, veroveraar van Mexico.
Willem van Normandië, veroveraar van Engeland (1066).
Othman of Osman I, de grondlegger der Turksche macht (1259-1326).
Frans Pizarro, veroveraar van Peru (1475-1541).

[Verpatsen]

Verpatsen, (barg.), verkoopen.

[Verponding]

Verponding, belasting op vaste goederen. Ontleend aan het oude ponden of ponderen, lat. ponderare = pondsgewijs wegen, d.i. naar een zeker getal van ponden waardeeren of schatten, volgens de manier der ouden, die bij ponden rekenden, zooals wij bij guldens. In de Neder-Betuwe rekende men voor eene halve eeuw nog bij ponden = vijf gulden elk). De wijn wordt in den groothandel thans nog verkocht bij Ponden Vlaamsch (= f 6. -). Ponding is dus schatting, en verponding eene andere manier van schatting. In oude schriften heeft dit woord drieërlei beteekenis: 1o z.v.a. zetting = alle schatting in 't algemeen, deze of gene zaak betreffend; 2o de som welke iedere stad of dorp jaarlijks als schildtaal moest betalen; 3o de belasting welke men thans nog bij ons van onroerende goederen betaalt. Eene belasting, waarschijnlijk eerst in 1515, en wel allengskens ontstaan uit de heffing van den 10n, 50n en 100n penning, die dikwijls van de huizen en landerijen gevorderd werd; in welker plaats 's Lands Staten in 1581 de tegenwoordige manier van verponding hebben ingevoerd. De inzamelaars er van worden ontvangers, en voorheen op het platte land gaarders der verponding geheeten.

[Verrader]

Verrader of vijand slaapt nimmer (De -, nml. de booze, de duivel; vgl. 1 Petr. V:8, en vooral Matth. XIII:25, 39, waar de vijand des nachts onkruid zaait. Verrader ziet misschien ook op Judas Iskariot, die volgens Joh. XIII:30 des nachts uitging, om zijn verraad te plegen.

[Verre précepteur]

Verre précepteur, (rest.), een glaasje oude klare, na 7 uur.

[Verrejager]

Verrejager, een lange, lichte spiets, van onderen plat, om tevens tot polsstok te dienen bij 't springen over slooten. Veel gebruikt door de Noordhollandsche boeren in den strijd tegen de Spanjaarden (Hooft, Ned. Hist., bl. 314).

[Versast.]

Versast. Sas beteekent schutsluis. Als men door het openen en sluiten van twee sluizen een schip gelaten heeft van de eene rivier in de andere, dan is dat schip versast.

[Versche waar]

Versche waar, (toon.), nieuwelingen, vooral vrouwen. In Amsterdam ook pens en ander ingewand, als voedsel voor honden en katten verkocht.

[pagina 1204]

[p. 1204]

[Verscheren]

Verscheren, (barg.), verdienen.

[Verschut (Hij is bot op -]

Verschut (Hij is bot op -, (barg.), op de daad betrapt.

[Verschwartzt]

Verschwartzt, oud-duitsch en in de Joodsche volkstaal nog soms gebruikelijk in den zin van vervloekt, verwenscht. Verschwartzter nar = verwenschte gek! Hgd. verschwarzen = zwart maken; verschwartzen = belasteren.

[Verschweigt (Das - des Sängers Höflichkeit]

Verschweigt (Das - des Sängers Höflichkeit, (hgd.), dat verzwijgt de zanger uit beleefdheid. Hoewel die woorden reeds in Die Weissagang (1804) van Langbein zijn te vinden, werden zij eerst populair door een liedje van veel later dagteekening, waarvan de schrijver onbekend is, en waarin zij telkenmale als refrein wederkomen, als de zanger een door hem gestelde vraag zou moeten beantwoorden. Bij ons: wat er verder is geschied, dat zeg ik niet.

[Versé]

Versé, (fr. wap.), omgekeerd.

[Versi Berneschi]

Versi Berneschi, in de Italiaansche letterkunde, luchthartige poëzie, niet vrij van ironie of satire, naar Kardinaal Francesco Berni (1490-1536).

[Versliegenaar]

Versliegenaar, (barg.), verrader.

[Versliegenen]

Versliegenen, (barg.), verraden.

[Versmald]

Versmald, (wap.), heeten de heraldieke stukken (z.a.), wanneer ze geen 1/3 van het schild beslaan (zijn er twee of meer, dan spreekt die versmalling vanzelf, omdat er anders geen ruimte voor zou zijn; en wordt dus niet opgegeven). Zoover mogelijk, bijna tot eene streep versmald heet zoodanig stuk bij de Fransche herauten filet (bijv. filet en bande, en barre, en croix).

[Verstek]

Verstek, wordt verleend tegen den beklaagde of gedaagde die niet verschenen is; de zaak wordt dan buiten hem om beslist, maar hij heeft het recht in verzet te komen, waardoor de zaak op nieuw kan worden behandeld.

[Verstopt gemoug]

Verstopt gemoug, (toon.), een onverbeterlijk mensch.

[Versus leonini]

Versus leonini, (lat.), zie Leoninische verzen. Men vindt ze reeds lang vóor Leo (12e eeuw), zonder dat ze door een afzonderlijken naam aangeduid waren.

[Vert-de-gris]

Vert-de-gris, (fr.), kopergroen, bijnaam van den Belgischen Staatsminister, den heer Ch. Woeste, naar de bleekgele kleur van zijn gelaat; ook wel naar het hatelijk karakter, hem door zijne talrijke vijanden toegeschreven. Zie Homme funeste.

[Vert d'iris]

Vert d'iris, (fr.), Spaansch groen; z.v.a. het groen van den regenboog.

[Vertatur, vertas]

Vertatur, vertas of verte, (v.), het worde omgekeerd, of keer om, sla om (een blad).

[Vertenellé]

Vertenellé, (fr. wap.), de hen, afbeelding van een grendel.

[Vertoefkamer]

Vertoefkamer, (z. afr.), wachtkamer.

[Vertoetser]

Vertoetser, (barg.), heeler.

[Vertossen]

Vertossen, (barg.), helpen.

[Vertroosters (Het zijn maar moeilijke -]

Vertroosters (Het zijn maar moeilijke -, uit Job XVI:2, waar Job zijn wrevel uitspreekt over de lange ongeschikte redenen en onbillijke verwijten zijner vrienden; zie Jobsvrienden. In de nieuwste vertaling staat bezwarende vertroosters.

[Vertu est un beau fort (La -]

Vertu est un beau fort (La -, (lat.), de deugd is een schoone burcht. Spreuk van het Nederlandsche geslacht De Beaufort.

[Vertumnus]

Vertumnus, (lat.), god van verandering en afwisseling, in het bijzonder van de afwisseling der jaargetijden, die de vruchten doet rijpen, maar verder ook van de verandering in de gezindheid der menschen, van ruilhandel, enz. Uit vertere = omwenden, omdraaien.

[Vervain]

Vervain, naam van een plant, waar-

[pagina 1205]

[p. 1205]

aan allerlei geneeskracht en ook zedelijke eigenschappen werden toegeschreven, vandaar dat ze als symbool door de ridders werd gedragen. Zij was een waarborg voor goede trouw en vriendschap, vandaar dat ze ook heilig-kruid genoemd werd. Het woord is van Verbena (herbena).

[Vervolgbundel]

Vervolgbundel, op de Evangelische Gezangen, op last van de Algemeene Synode der Nederl. Hervormde Kerk, 19 Juli 1866 uitgegeven. Die Gezangen waren 192 in getal, en met dezen bundel mede, klom hun aantal tot 274. Prof. Bernard ter Haar († 1880) en Nicolaas Beets hadden aan dezen bundel een belangrijk aandeel.

[Verwachtingsschild]

Verwachtingsschild, (wap.), een zilver veld zonder stukken; waarin dus nog een wapen wordt verwacht of ingewacht.

[Verwaden]

Verwaden, zie Verhemdekleeden.

[Verwese]

Verwese, (afr.), bleek, ontsteld.

[Verwienerung]

Verwienerung, (hgd.), een, door de Kölnische Zeitung (November 1897) voor 't eerst gebezigd woord, voor de nabootsing, door andere vertegenwoordigende vergaderingen, van de ergerlijke tooneelen, die toenmaals in den Reichsrat te Weenen voorvielen.

[Verwijder u van mij, satan!]

Verwijder u van mij, satan! ga van mij weg, satan, Matth. IV:10, woorden van Jezus tot den duivel; op dezelfde wijze spreekt Christus Petrus aan, Matth. XVI:23.

[Verwondering is de moeder der wetenschap (De -]

Verwondering is de moeder der wetenschap (De -, gezegde van Plato, waarmede deze Grieksche wijsgeer bedoelt, dat verwondering over eenig verschijnsel of feit tot onderzoek en navorsching noopt, waaruit studie en alzoo wetenschap wordt geboren.

[Verzameld worden tot zijne volken (vaderen)]

Verzameld worden tot zijne volken (vaderen), Gen. XXV:8, 17 en elders. Veelal opgevat als: bijgezet worden in 't familiegraf. Maar 't wordt ook gezegd van wie niet in 't graf hunner vaderen kwamen, Deut. XXXI:16; 1 Kon. II:10; 2 Kon. XXI:18. Alzoo ligt er meer de gedachte in aan een schimmenrijk. Zoo zegt Jacob, Gen. XXXVII:35, dat hij tot Jozef, dien hij verscheurd, dus niet begraven, acht, zal neêrdalen in het doodenrijk. (Onjuist is de overzetting graf, in de Statenvertaling).

[Verzekering.]

Verzekering. ‘Assurantie of verzekering is eene overeenkomst, bij welke de verzekeraar zich aan den verzekerde, tegen genot eener premie, verbindt, om hem schadeloos te stellen wegens een verlies, schade of gemis van voorrecht of voordeel, welke hij door een onzeker voorval zou kunnen lijden.’ Art. 246 W.v.K.

[Verzet]

Verzet, (jur.), zie Verstek.

[Verzoeningskapel]

Verzoeningskapel, opgericht op bevel van Lodewijk XVIII, koning van Frankrijk, op de graven van Lodewijk XVI en Marie Antoinette, in de rue Anjou, niet ver van de Magdalenakerk, te Parijs, op het uiteinde van een hofje, op de plaats waar de lichamen van dit echtpaar in een put met kalk werden geworpen. Vervaardigd uit wit marmer, met twee prachtige groepen, voorstellend den koning en de koningin; alsook met eene plaat, waarop de hartroerende brief werd ingelegd, door Marie Antoinette daags vóor haren dood aan hare schoonzuster, prinses Elisabeth, geschreven. Alvorens te worden overgebracht (21 Jan. 1815) in de koninklijke begraafplaats van St. Denis, rustte het stoffelijk overschot ter plaatse, waar Lodewijk XVIII die kapel oprichtte, welke in 1826 door Karel X voltrokken werd.

[Verzondig]

Verzondig, (z. afr.), ergeren.

[Verzuipen]

Verzuipen, (k.m.a.), iemand een glas water of meer in zijn nek gooien. Is thans evenals ‘baren’ aldaar afgeschaft.

[Verzwarste nar]

Verzwarste nar, (toon.), een ingebeelde gek. Vgl. Verschwarzt.

[Vespasienne]

Vespasienne, openbare waterplaats, zie Geld stinkt niet en Non olet.

[pagina 1206]

[p. 1206]

[Vesperia]

Vesperia, (mid. lat.), avondwerk, van vesper (avond), d.i. het laatste werk van een doctorandus vóor zijne promotie, bv. aan de hoogeschool te Wittenberg in de 16e eeuw. Die vesperia, op den dag vóor de eigenlijke promotie, in de Slotkerk ter stede, duurde drie uren, en begon met de voordracht van een Magister (Vesperianus), een academisch leeraar, die eene quaestio expectatoria (eene vertoef- of verbeid-kwestie) voordroeg, welke een baccalaureus (z.a.) beantwoordde en waarop de overige baccalaurei repliek gaven. Daarna stelde een andere Magister eene quaestio, welke de vesperiandus (d.i. de promovendus, de promoveerende candidaat), beantwoordde in zoovele conclusiones als er Magistri aanwezig waren.

[Vespers (Zij hebben een pintje vóor de - gedronken]

Vespers (Zij hebben een pintje vóor de - gedronken, schertsend gezegd van jonggehuwden, wanneer het blijkt dat de eersteling te vroeg geboren wordt (in West-Vl.). 't Wordt ook op de jonge vrouw alleen toegepast: Zij heeft...Vgl. Hij heeft vóor het bidden in het brood gebeten; en er is roet in 't eten.

[Vesta]

Vesta, godin van den huiselijken haard en het haardvuur, in beteekenis gelijk aan de Grieksche Hestia, maar door de Romeinen hooger in eere gehouden dan deze door de Grieken.

[Vestales]

Vestales, ook virgines Vestae geheeten, vestaalsche maagden. De voornaamste taak der dienstdoende Vestalen was te zorgen, dat het vuur in den tempel niet uitging. Evenals het vuur een zinnebeeld van reinheid is, moesten ook Vesta's priesteressen hare maagdelijke kuischheid bewaren; anders werden zij levend in een graf gemetseld, terwijl ook haar verleider met den dood gestraft werd. Zij waren sui juris, (d.i. haar eigen meester), zij alleen mochten te Rome op een wagen rijden, bij openbare feesten en spelen hadden zij de eereplaats. Op straat werden zij voorafgegaan door een lictor; zelfs de consul week voor haar uit, terwijl zijne lictoren hunne roedenbundels naar den grond gericht hielden (fasces submittere). Wanneer zij een veroordeelde ontmoetten, was deze vrij.

[Vestibulum]

Vestibulum, voorplein voor een aanzienlijk Romeinsch huis, aan drie zijden door muren ingesloten. Z.v.a. aan Vesta (z.a.) gewijd.

[Vestis virum reddit]

Vestis virum reddit, (lat.), kleeren maken den man. Quintilianus, Inst. Orat., VIII, 5.

[Vestje (Daar zou ik wel een - van willen hebben]

Vestje (Daar zou ik wel een - van willen hebben, (toon.), dat is heel leelijk.

[Vestingen à cheval]

Vestingen à cheval, (fr.), vestingen te paard, vestingen, die aan beide zijden van eene rivier liggen, als Metz, Koningsbergen, Maagdenburg, en vroeger ook Luxemburg.

[Vet]

Vet, (mil.), onzindelijk, niet kunnende poetsen. Zie ook doffen, en vetdoffer.

[Vet (Een -]

Vet (Een -, (rest.), bier met dik schuim.

[Vetdoffen]

Vetdoffen, (mil.), slecht poetsen.

[Vetdoffer]

Vetdoffer, (mil.), iemand die met de linkerhand weer vuil maakt, hetgeen hij met de rechter heeft gepoetst.

[Vetkees]

Vetkees, (mil.), een onzindelijk man.

[Vetkoopers]

Vetkoopers, zie Schieringers.

[Vetlap]

Vetlap, (mil.), smerig, vuil soldaat.

[Vetmanneke]

Vetmanneke, zie Manneke.

[Veto]

Veto = ik verbied. Het recht van de Kroon of van den President eener republiek om besluiten van verschillende regeeringslichamen te vernietigen. Bij de oude Romeinen kwam dit recht, ten aanzien van besluiten van den Senaat, aan de volkstribunen (tribuni plebis) toe.

[Vette (Hij geniet het - der aarde]

Vette (Hij geniet het - der aarde, schertsend voor rijkdom en weelde, overvloed en al wat de zinnen streelt. Ontleend aan Gen. XXVII:28 en 29.

[pagina 1207]

[p. 1207]

[Vette jaren en magere jaren]

Vette jaren en magere jaren, Pharao's droom, Gen. XLI, van ‘zeven mooie vette koeien’, die door ‘zeven leelijke en magere koeien werden opgegeten’, en van ‘zeven dikke en volle aren’, die door ‘zeven magere aren’ werden verslonden, wordt door Jozef aldus verklaard, dat in geheel Egypte ‘zeven vruchtbare jaren’ en na deze ‘zeven onvruchtbare jaren’ zouden komen.

[Vetterli-geweer]

Vetterli-geweer, repeteergeweer, anders gezegd magazijngeweer; aldus genoemd naar Friedrich Vetterli (1822-1882), het laatst directeur van de Zwitsersche wapenfabriek.

[Vetturino]

Vetturino, in Italië de huurkoetsier, die tevens als gids diende bij het vervoer van reizigers en daarom dikwijls voor dagen achtereen werd aangenomen; een welbekend karakter in reisverhalen en romans.

[Vetzak]

Vetzak, patroonzak thans nog alleen bij de schutterij in gebruik; er is verschil tusschen patroonzak en patroontasch.

[Vexillum]

Vexillum, standaard der Romeinen, verkleinwoord van lat. velum, fr. voile, doek, sluier. Het vexillum was aan een dwarsbalk of dwarshout bevestigd, zooals de banieren onzer zangvereenigingen. Onder de Christenkeizers heette het vaandel labarum (z.a.).

[Vexir-plaatjes]

Vexir-plaatjes, zie Dessins-à-secret. Het ontdekken van de bedoeling is als 't ware eene vexatie, een plagerij, welke men zichzelven aandoet.

[Vi coactus]

Vi coactus, (lat.), door geweld gedwongen. Dit schreef in initialen (V.C.) de Ruwaard van Putten, Cornelis de Witt in 1672 eerst achter zijne handteekening, bij welke hij het Eeuwig Edict afzwoer, en Prins Willem III voor stadhouder, vanwege Dordrecht, erkende.

[Vi et armis]

Vi et armis, (lat.) letterl. door geweld en wapenen, d.w.z. met geweld van wapenen.

[Via crucis]

Via crucis, (lat.), de weg des kruises; bij de R.-Katholieken een bidweg, met beelden uit de lijdensgeschiedenis van Christus.

[Via crucis via lucis]

Via crucis via lucis, (lat.), de weg van het kruis (de lijdensweg) (is) de weg tot het licht. Vgl. door lijden tot heerlijkheid. Luk. XXIV:26.

[Via dei Serragli]

Via dei Serragli, (it.), letterl. weg der slagboomen of der omsloten plaatsen. Benaming van eene der beide afdeelingen van de Waldenzer gemeente te Florence. Zij is, evenals de gemeente te Turijn, in staat haar eigen leeraar te bezoldigen; is dus onafhankelijk van vreemde hulp.

[Via dolorosa]

Via dolorosa, (lat.), de weg van smarte. De weg, welken Jezus van het Rechthuis van Pilatus (Gabbatha) naar den kruisheuvel (Golgotha) heeft afgelegd. Hij vangt aan bij de tegenwoordige Antoniaburcht, waar men meent, dat het Rechthuis gestaan heeft; eenige schreden verder, aan de overzijde der straat, is thans een R.-Kath. instituut der ‘Zusters van Sion’, gesticht door pater Ratisbonne. Die weg of straat is ongeveer 830 passen lang, tot aan de H.-Grafkerk.

[Via mala]

Via mala, (it.), kwade weg, hgd. Schreckenthal (Schrikdal), eene der vijf hoofdvalleien waarin Grauwbunderland (in Zwitserland) is verdeeld. Gelegen tusschen het Schamser- en het Rheinwalddal, wordt dit dal door den Achter-Rijn gevormd, en heet aldus, omdat het eigenlijk een weg is (tusschen Tusis en Zillis), 6 tot 8 voet breed en 2 uren lang, langs afgronden van soms 500 voet diep; in welke diepten pijlsnel de Achter-Rijn bruist. Aan den anderen kant van dien weg verheffen zich tot 2500 voet hooge rotswanden. En in het aan den ingang gelegen dorp Ronzella is de zon gedurende zes maanden in het jaar niet zichtbaar.

[Via media]

Via media, (lat.), middelweg.

[Via trita, via tuta]

Via trita, via tuta, (lat.), een begane weg (is) een veilige weg. Spreuk van Agar baron Callan; Agar earl of Normanton.

[pagina 1208]

[p. 1208]

[Vianen (Naar - gaan]

Vianen (Naar - gaan, bankroet gaan, aldus gezegd, omdat Vianen sedert Frederik Hendrik tot 1795 eene vrijplaats voor bankroetiers was. Zie Mijnheer woont enz.

[Viaticum]

Viaticum, een lat. woord, afkomstig van via, weg. Het beteekent ‘reisbenoodigdheid’, en wordt in de taal der R.-Kath. Kerk gebezigd ter aanduiding van het laatste oliesel, omdat men dit medeneemt op zijne reis naar de eeuwigheid.

[Vicar]

Vicar, een hulpprediker, een plaatsvervangend geestelijke; oorspronkelijk, de geestelijke die slechts recht had op de ‘kleine tienden’ en aangesteld was door den edelman, die over de inkomsten der kerkelijke goederen te beschikken had.

[Vicariegoederen.]

Vicariegoederen. De wet van 29 Oct. 1892, Stbl. no. 240, bevat bepalingen betreffende ‘goederen van kerkelijken oorsprong, eertijds hoofdzakelijk voor kerkelijke diensten en tot opleiding en onderhoud der daartoe geroepen geestelijke beneficianten bestemd, voor zoover die thans niet van Staatswege of vanwege eenig kerkgenootschap beheerd worden, en die onder de benamingen van vicariegoederen, capellaniegoederen, memoriegoederen of praebenden bekend staan’.

[Vice]

Vice, (lat.), eig. in plaats van (enz.), vandaar tegenwoordig in samenstellingen als 6de naamval van vix = afwisseling, beurtwissel; z.v.a. onder- of plaatsvervangend, bv. vice-admiraal, enz.

[Vicieux (Cercle -]

Vicieux (Cercle -, zie Petitio principii.

[Vicit vim virtus]

Vicit vim virtus, (lat.), de deugd overwon het geweld. Spreuk der stad Haarlem.

[Victime (La coiffure à la -]

Victime (La coiffure à la -, (fr.), kapsel- in den trant van dat der slachtoffers (van de guillotine), nml. het haar kort afgesneden, met kleine vlokken en krullen over het voorhoofd. Uitgedacht door den kapper Duplan, en gebezigd door de dames nà den 9en Thermidor, ten tijde der Fransche Omwenteling.

[Victus et amictus]

Victus et amictus, (lat.), voedsel en kleeding.

[Vide]

Vide of videatur, (lat.), zie, zie na of het worde nagezien (bij het aanhalen van eene plaats uit een boek).

[Videant consules, ne quid respublica detrimenti capiat]

Videant consules, ne quid respublica detrimenti capiat, (lat.), Cicero, Orationes in Catilinam, 1, 2, 44, e.e. De consuls mogen toezien, dat het gemeenebest geen schade lijde. Dit was de formule, waarmede de Senaat den consuls onbeperkte macht verleende in gevaarlijke tijdsomstandigheden.

[Videlicet]

Videlicet, (lat.), = videre licet, men kan zien, in den zin van namelijk, te weten. In het Engelsch afgekort tot viz.

[Vidimus]

Vidimus, (oork.), oorkonde, waarbij een landsheer, schepenbank of ander desbevoegd gezag verklaart eene andere oorkonde te hebben gezien, en van deze afschrift geeft.

[Viehsperre]

Viehsperre, (hgd.), afsluiting der grenzen voor buitenlandsch vee.

[Vier en de naam God.]

Vier en de naam God. In 't hebr. vormen 4 letters den naam IHVH Jave; de Rabbijnen noemen dit ‘tetragrammaton’. Lat. Deus; fr. Dieu; assyrisch Adat; duitsch Gott; deensch Godh; Zweedsch Goth; perz. Sora; arab. Alla; sanscrit Dera; sp. Dios; it. Idio; scand. Odin. Dit alles is louter toeval, taalkundig verband bestaat tusschen Djous (skr.), Deva, Zeus, Theos, Deus, Dieu, Dios, Idio, en ander verband tusschen Wodan, Wuotan, Odin, God, Gott enz., de overige vormen hebben met deze niets uit te staan.

[Vier eerloosheden (Wet der -.]

Vier eerloosheden (Wet der -. Alzoo titelden de vrijzinnigen in België dit in de nieuwe kieswet voor de gemeenten ingevoerd viertal bepalingen: 1. meervoudige stemming; 2. voorwaarde van 3-jarig verblijf (waardoor officieren enz. met honderden tegelijk werden uit-

[pagina 1209]

[p. 1209]

gesloten); 3. 30-jarige ouderdom (waardoor al degenen, die sedert 23 jaar een vrijzinnig gemeentelijk onderwijs hadden genoten, insgelijks werden uitgesloten); 4. slecht ingerichte evenredige vertegenwoordiging, en op den koop toe bijvoeging van raadsleden uit den werkgevers- en den werkersstand (die alzoo tweemaal moesten stemmen, nml. eens als algemeene stadskiezer, en eens als bijzondere). Fr. loi des quatre infamies; de uitdrukking werd door den socialistischen volksvertegenwoordiger Anseele uitgedacht.

[Vier emmers (In de -]

Vier emmers (In de -, of Vier eemers, uithangteeken, dat men in België, in de groote steden zoowel als in de kleinste dorpen en gehuchten, veelvuldig aantreft. Verbasterd uit ‘Vier eemerkens’ = Heemskinderen (zie Haimonskinderen). Te Kemseke, aan den straatweg van Hulst naar St. Nikolaas (in Oost-Vlaanderen), is het eerste hoekhuis eene herberg met een uithangbord waarop ‘In de vier heijnrikskinderen’. Ook te Wognum bestaat een herberg van dezen naam.

[Vier uitersten (De -]

Vier uitersten (De -, Dood, Oordeel, Hel en Hemel.

[Vierblad]

Vierblad, (wap.), roos (z.a.), met slechts vier bladeren.

[Vierde Gratie (De -]

Vierde Gratie (De -, Margaretha van Valois, † 1549; zie Tiende Muze.

[Vierendeelen]

Vierendeelen, (wap.), het schild in vier kwartieren verdeelen, door een lood- en een waterpaslijn (dit is 't gewone) of door 2 schuine lijnen (schuinkruiswijs, en sautoir).

[Vierge au pistolet (La -]

Vierge au pistolet (La -, schilderij van den priester-schilder en graveur Pietro Aquila te Massalea, (vóor 1677 geboren), voorstellend Maria in den hemel met de vijf heiligen; en dus geheeten omdat een der heiligen eene pistool in de hand houdt.

[Viets]

Viets, beter fiets, d.i. rijwiel; oorsprong onbekend. Als verbastaring van velocipède, gelijk sommigen meenen, is het niet op te vatten, vanwaar kwamen dan de letters ts? Wellicht is het woord eene klanknabootsing! Wanneer en waar hoorde men dat woord het eerst? Wel woont te Wageningen een rijwiel-maker die Viets heet, maar die begon ze te maken, toen 't woord al lang in gebruik was.

[Vietse fonne]

Vietse fonne, duidt in de Joodsche volkstaal iemand aan, die belachelijk fijngevoelig en kleinzeerig is. De afleiding is onzeker.

[Vieux antique]

Vieux antique, (rest.), oude klare.

[Vigilance committee]

Vigilance committee, (am.), commissie van waakzaamheid; vereeniging van personen, die eigenmachtig optreden, en zelf vonnis vellen en voltrekken.

[Vigilance]

Vigilance, (fr. wap.), zie Kraanvogel.

[Vigilance (En -]

Vigilance (En -, (fr. wap.), op zijne hoede.

[Vigilate Deo confidentes]

Vigilate Deo confidentes, (lat.), waakt, op God vertrouwend. Spreuk der provincie Holland.

[Vigiliën]

Vigiliën, (lat.) vigiliae, bij de Romeinen uitsluitend nachtwaken, in tegenstelling van de dag- of nachtwaken (excubiae). Deze regeling van den tijd, nl. de verdeeling van den nacht in vier vigiliën, werd uit het leger overgebracht naar de stad Rome, en door de R.-Katholieke Kerk ook toegepast op de godsdienstoefening, inzonderheid in de kloosters. Bij de Romeinen heette een godsdienstig nachtfeest, bijv. dat van Ceres, ook vigiliae.

[Vigilium]

Vigilium, fr. veille, noemde de R.-Katholieke Kerk den dag vóor hooge feestdagen, omdat men alsdan een gedeelte van den nacht doorbracht met waken en bidden. Verg. Kerstavond, fr. Veille de Noël.

[Vignet]

Vignet, van fr. vignette = wijngaarddrankje. Vroeger was men gewoon vóor de eerste en achter de laatste bladzijde van een boek een rankje te

[pagina 1210]

[p. 1210]

schilderen of te drukken; vandaar dat men nu elk versiersel op den titel van een boek geplaatst vignet heet.

[Vijf nieten (De -]

Vijf nieten (De -, van Willem Schortinghuis, † 1750 als pred. te Midwolde; zie Nieten.

[Vijf vingers (De - uitgespreid.]

Vijf vingers (De - uitgespreid. Dit teeken, dat tot de phallische symbolen (z.a.) behoort, komt in Zuid-Europa, en vooral in de Mohammedaansche landen voor, waar men als toovermiddel dikwerf de natgemaakte en in de asch gedoopte hand op deuren en vensters afdrukt. Dr. Max Bartels (Die Medicin der Naturvölker) geeft dit teeken op als middel tegen het booze oog. Het schijnt Oud-Babylonisch te zijn, en komt ook in Rusland, Nieuw-Guinea, de Kei-eilanden. in Amerika en Australië voor.

[Vijfblad]

Vijfblad, (wap.), een cirkelvormig hart, waaromheen regelmatig vijf ronde bladeren met een uitwasje, aan korte steeltjes.

[Vijfde penning]

Vijfde penning, vijfde gedeelte van de opbrengst der gevangen visch, dat, in geld verrekend, werd opgebracht aan den Landsheer, den Graaf van Holland, daarna aan den Staat, door de Woudrichemmers voor het privilegie van uitsluitend vischrecht, dat zij van graaf Willem VI van Holland († 1417) hadden verworven. In Nov. 1896 deed de Staat zijn recht van 5den penning tegen een Woudrichemschen visscher gelden, na het sedert menschenheugenis niet te hebben uitgeoefend.

[Vijfvingerkruid]

Vijfvingerkruid, eigenlijk eene plantensoort, die op een stengel vijf bladen gelijk vijf vingers draagt (lat. quinque-folium, gr. pentaphullon), fig. slagen met de vijf vingers of met de vuist.

[Vijgen]

Vijgen, spotnaam voor de inwoners van Enkhuizen.

[Vijgeblad.]

Vijgeblad. Van Adam en Eva, nadat zij in zonde waren gevallen, leest men Gen. III:7, dat zij gewaar werden, dat zij naakt waren en vijgenbladeren samenvlochten tot schorten. Na dien tijd werd het vijgeblad eene zinnebeeldige uitdrukking voor ‘schaamachtige verberging’, bedeksel der schande.

[Vijver gedaald (Een ander is vóor hem in den -]

Vijver gedaald (Een ander is vóor hem in den -, ontleend aan Joh. V:7, om aan te duiden, dat iemand achter het net vischt, een meer gelukkige hem voorgaat.

[Viking]

Viking, (oudnoorsch), strijder, held, inzonderheid zeeheld; vandaar

[Vikingertochten]

Vikingertochten, de avontuurlijke zeetochten der Noormannen. Afgeleid van vik = kreek, baai, waarin zij op de loer lagen.

[Vilené]

Vilené, (wap.), met geslachtsteeken, meestal in den vorm van een sierlijken krul. Zie ook Eviré. (= zonder geslachtsteeken).

[Villa]

Villa, oorspronkelijk (in 't Latijn) een landgoed. Thans noemt men omgekeerd een huis met tuin ten platten lande zonder veel omslag van boerderij, stallingen enz. villa, in tegenoverstelling van buitenplaats.

[Villa regia]

Villa regia, (m. lat.), rijkshof. Bij de Keizerlijke Hoven stond een slot, door den keizerlijken ambtenaar bewoond en omringd door verscheidene huizen van landlieden en handwerkers, die, vrij gelaten, naderhand zoodanige plaats met muren omgaven (Rijksvrijheer v. Spaen, ‘Inleiding’ III, 359). Zulke villae regiae waren in het Karolingisch tijdvak ten onzent Nijmegen en Tiel.

[Villancicos]

Villancicos, (sp.), Vilhancicos, (port.), kerkelijke liederen voor de hooge kerkelijke feesten, eindigend met een koor (estribillo), waartusschen éen of meer solo's (coplas).

[Villanelle]

Villanelle, (fr.), lett. herderslied, landelijk gezang, van it. villanella. Het is een lied in coupletten en met refreinen, zoodat een regel van het eerste couplet het refrein van het tweede, en een tweede regel van het eerste couplet het refrein van het derde vormt. Aldus bij afwisseling in opvolgende coupletten.

[pagina 1211]

[p. 1211]

[Ville sonnante (La -]

Ville sonnante (La -, (fr.), de klinkende stad. Aldus noemde Rabelais († 1553) Avignon, omdat er schier altoos klokken luiden van al de kloosters en kerken, dezer stad, die eenigen tijd een zetel van Pausen was.

[Villes mortes]

Villes mortes, (fr.), doode steden, plaatsen, die zich niet ontwikkelen, achteruitgaan; veelal, doordat de verkeerswegen zich verlegd hebben. De naam dankt zijn oorsprong aan Henry Havard, die in 1870 deed verschijnen: La Hollande à vol d'oiseau, waarin o.a. Edam, Enkhuizen, Monnikendam, Stavoren, Hindeloopen e.v.a. ‘villes mortes du Zuiderzee’ heeten, die nog sporen van vroegere grootheid dragen, maar nu kwijnen.

[Vin]

Vin, (barg.), snuifdoos.

[Vin des cochons]

Vin des cochons, (fr.), varkenswijn; benaming door de vreemdelingen in Rusland gegeven aan kwass (z.a.).

[Vinaigre des quatre voleurs]

Vinaigre des quatre voleurs, (fr.), letterl. azijn der vier dieven, zeer sterke, vooral met knoflook en kamfer vermengde azijn, in Frankrijk als ontsmettingsmiddel zeer verspreid. De vloeistof dankt haren naam aan het volgende feit. Tijdens het heerschen der pest (1720), maakten vier dieven van de verwarring gebruik, om verlaten woningen leeg te rooven. Toen zij eindelijk werden gevat, en de rechter er zijne verwondering over uitdrukte, dat zij van de ziekte verschoond waren gebleven, verklaarden zij een voorbehoedmiddel tegen de pest te bezitten, waarvan zij de samenstelling aanduidden, en in ruil waarvoor zij gratie erlangden.

[Vinalia]

Vinalia, (lat.), wijnfeest te Rome, twee feesten ter eere van Jupiter en Venus, in April en Augustus gevierd. Op 23 April plengde men nieuwen wijn bij den tempel van Venus, (volgens sommigen, als koningin der tuinen), en offerde dien vervolgens aan Jupiter.

[Vincent (Sint -]

Vincent (Sint -, de beschermheilige der drinkebroers. De overlevering is, dat wanneer het op zijn dag, 22 Jan., mooi weer is, een overvloedige wijnoogst te wachten is.

[Vincit amor patriae]

Vincit amor patriae, (lat.), de vaderlandsliefde overwint, d.i. legt aan alle andere overwegingen het zwijgen op. Vergilius, Aeneis 6, 823.

[Vindicamus hereditatem patrum]

Vindicamus hereditatem patrum, (lat.), wij eischen voor ons op de erfenis der vaderen. Leus der R.-Katholieke Kerk, die daarmeê de wereldlijke zoowel als de geestelijke heerschappij beoogt.

[Vindicat atque polit]

Vindicat atque polit, (lat.), het (corps) handhaaft en beschaaft. Spreuk van het Groningsche studentencorps, als uitdrukking van zijn doel.

[Vindicatierecht]

Vindicatierecht, (hand.), het recht van een schuldeischer, om de goederen, die hem toebehooren en die hij eenen gefailleerde nog vóor de insolventverklaring in commissie gezonden heeft, in natura uit de failliete massa terug te vorderen.

[Vincta]

Vincta, fabelachtige stad aan de Duitsche Oostzeekust, die door de zee zou zijn overstroomd, maar onder water nog bestaat, zoodat de zeelieden soms nog in de diepte de klokken hooren luiden.

[Vinger.]

Vinger. De gewoonte om bij eene verkooping den vinger op te steken, bij wijze van een bod, is afkomstig van de Romeinen. Het Latijn voor ‘bieden op eene auctie’ is digitum tollere (den vinger ophouden).

[Vinger Gods]

Vinger Gods, is ontleend aan Exod. VIII:19, waar de toovenaars tot Pharao spreken ‘dat is Gods vinger’. Volgens Luk. XI:20 spreekt Jezus van het verdrijven van duivelen ‘door Gods vinger’ = door de macht Gods. Ook absoluut; ‘daar kan men een vinger of vingertje in zien’ = hierin is Gods hand merkbaar.

[Vinkepotje]

Vinkepotje, hetzelfde als Upperken (z.a.).

[Viola da gamba]

Viola da gamba, (it., muz.), een der orgelregisters, naar den naam van een muziekinstrument, letterlijk been-viool (fr. jambe = been); zoo ook:

[pagina 1212]

[p. 1212]

viola da braccio waarnaar hgd. Bratsche (vioolbas) zooveel als armviool, (fr. bras = arm), en viola da spalla (vgl. fr. épaule = schouder), z.v.a. schouder-viool.

[Violen.]

Violen. De beroemdste zijn die van Antonius Stradivarius, ao 1713, de gebroeders Joseph en Andreas Guarnarius ao 1603 en 1723, Jacobus Stainer, ao 1600.

[Violensteen.]

Violensteen. Op den Brocken en elders in Duitschland zijn steenen te vinden, die men Veilchensteine noemt, om den violengeur, dien ze verspreiden. Deze geur komt van zekere soort van mos, Veilchenmoos, waarmede deze steen bedekt is. In linnenkasten worden zulke steenen, om den geur, wel eens tusschen tafellinnen en lijfgoed gelegd.

[Violenta nemo imperia continuavit diu]

Violenta nemo imperia continuavit diu, (lat.), Seneca, Troades, 67, niemand heeft lang eene heerschappij van geweld kunnen houden. Strenge heeren regeeren niet lang.

[Violet]

Violet, de kleur, die liefde tot de waarheid aanduidt. De bloem was eertijds het symbool der Napoleontische partij. Men zegt dat Napoleon, toen hij naar Elba vertrok, te kennen gaf, dat hij bij het weder bloeien van de violet op gunstiger omstandigheden rekende. Sedert noemden zijn aanhangers hem Corporal Violet.

[Violon]

Violon, (fr.), huis van arrest, die naam zou onder Lodewijk XI ontstaan zijn. Ten einde namelijk het gedruisch te doen ophouden, dat door ongeroepenen van minder allooi, in het paleis van justitie te Parijs werd veroorzaakt, deed de baljuw Agnan Viole een vertrek der Conciergerie tot opsluiting der geweldmakers inrichten en naar zijn naam werd dat vertrek genoemd.

[Vioolhars]

Vioolhars, (muz.), zie Kolophonium.

[Vir bonus, dicendi peritus]

Vir bonus, dicendi peritus, (lat.), een braaf man, die spreken kan. Cato's definitie van den redenaar.

[Vir clarissimus]

Vir clarissimus, (lat.), zeer beroemde heer. Latijnsche titel van een Akademisch professor.

[Virage]

Virage, (fr. sport), het punt, in een vélodrome, waar de fietsers moeten zwenken; ook die zwenking zelve.

[Virelai]

Virelai, (fr.), van lai, hgd. Lied en o.-fr. virer (draaien); liederen, waarbij de eerste regel van het eerste couplet tevens de laatste van alle volgende is; zoodat het gedicht telkens tot de eerste gedachte terugkeert.

[Vires]

Vires, (fr., wap.), of Concentrieke ringen, (meestal ten getale van drie) in elkander geplaatste ringen, met een gemeenschappelijk middenpunt.

[Vires acquirit eundo]

Vires acquirit eundo, (lat.), al gaande wint zij krachten. Door Vergilius (Aeneis, IV, 175) van de Faam gezegd. Het gerucht wordt gaandeweg grooter.

[Virgilianae sortes]

Virgilianae sortes, (lat.), Vergiliaansche orakels; zie Sibylle. Men raadpleegde de verzen van Vergilius, dien men bijgeloovig vereerde, door in den blinde bepaalde versregels met eene naald of stift te merken. Zoo sproot uit den Romeinschen dichter het beeld van een toovenaar. Zie Stichomantie.

[Virgilius (Een -]

Virgilius (Een -, (stud.), een nachtspiegel. Voluit: Virgilius cum notis rotundis, d.i. met ronde noten.

[Virgin Queen]

Virgin Queen, zie Maiden Queen.

[Virginia end]

Virginia end, (am.), het breede einde van een ham; het smalle einde heet Maryland end (z.a.). Schertsend naar de gedaante dezer gewesten.

[Virgula mercurialis]

Virgula mercurialis of virgula divinatoria, ook v. divina, (lat.), wichel- of tooverroede, in den vorm eener Y.

[Viri docti]

Viri docti, (lat.), geleerde heeren.

[Viribus conjunctis]

Viribus conjunctis of unitis, (lat.), met vereenigde krachten. Want l'union fait la force. Uit vires (krachten) en unire (vereenigen).

[pagina 1213]

[p. 1213]

[Viribus infra]

Viribus infra, (lat.), beneden de krachten. Niet opgewassen tegen een ander, niet bestand tegen iets.

[Viribus unitis]

Viribus unitis, (lat.), met vereende krachten. Devies door keizer Franz Joseph I in 1848 aangenomen.

[Virolé]

Virolé, (fr. wap.), heet een post- of jachthoorn met beslag.

[Virtum et vestitum]

Virtum et vestitum, (lat.), zie Victus et amictus.

[Virtuoos]

Virtuoos, letterlijk, iemand, die de deugd bemint, ervaren is in allerlei deugd; overdrachtelijk, iemand ervaren in eenige kunst, bijzonder in het bespelen van een of ander muziekinstrument.

[Virtus Concordia Fides]

Virtus Concordia Fides, (lat.), Deugd Eendracht Trouw. Leus van het studentencorps te Leiden.

[Virtus nobilitat]

Virtus nobilitat, (lat.), de deugd adelt. Devies der orde van den Nederlandschen Leeuw.

[Virtus nobilitat artem]

Virtus nobilitat artem, (lat.), deugd adelt de kunst.

[Virtus post nummos]

Virtus post nummos, (lat.), deugd na geld. De deugd staat achter bij het geld; dus: de zaken gaan voor. Spreekwijs der oude Romeinen.

[Virtuti et merito]

Virtuti et merito, (lat.), voor deugd en verdienste. Spreuk van de Pius-orde.

[Virtutis est domare quae cuncti pavent]

Virtutis est domare quae cuncti pavent, (lat.), deugdelijk is 't te temmen (bedwingen) datgeen waarvoor allen bang zijn.

Datgene, waar elkeen voor zwicht

Te temmen, is manhaftheids plicht.

Opschrift van het Rasphuis te Amsterdam ao 1595. Het opschrift en de voorstelling dáarbij zijn 16e eeuwsch. De groote beelden zijn van 1668.

[Vis armata]

Vis armata, (lat.), gewapende macht, geweld van wapenen. Digesta XXXXIII, 15, ll.

[Vis comica]

Vis comica, (lat.), de comische kracht, de kracht van het comische of om te doen lachen (bv. in blijspelen enz.). In Suetonius' levensbeschrijving van Terentius (p. 294, 35 ed. Roth) komen de volgende verzen van Julius Caesar met betrekking tot Terentius voor:

Lenibus atque utinam scriptis adjuncta foret vis,

Comica ut aequato virtus polleret honore cum Graecis.

Vroeger plaatste men de komma verkeerd achter comica, en daaraan heeft de uitdrukking vis comica haar ontstaan te danken, terwijl er eigenlijk van eene virtus comica sprake is.

[Vis inertiae]

Vis inertiae, (lat.), de kracht der traagheid; het volharden in denzelfden toestand.

[Vis medicatrix naturae]

Vis medicatrix naturae, (lat.), de geneeskracht der natuur.

[Vis unita fortior]

Vis unita fortior, (lat.), vereende kracht is (of maakt) sterker. Spreuk van het geslacht Quintus.

[Visch (Hij vangt -]

Visch (Hij vangt -, (z. afr.), hij zit in de kerk te slapen. Want een hengelaar valt licht in slaap.

[Visschersring]

Visschersring, (annulus piscatorius), (sedert de 13e eeuw) het zegel van den Paus, dat, in rood of groen was afgedrukt, aan de bullen in lood bevestigd wordt. Op dat zegel vindt men de beeltenissen der apostelen Petrus (die het visschersnet optrekt) en Paulus en den naam van den regeerenden Paus. De naam visschersring staat in verband met Matth. 4:19; Mark. I:17, waar Jezus Petrus en Andreas roept, om visschers van menschen te zijn.

[Vischnoe]

Vischnoe, een der voornaamste godheden van de Indische mythologie, de derde in de zoogenaamde Trimolati (Trimurthi) of Drieëenheid, bestaande uit Brahma, Sieva en Vischnoe. Evenals elke vorm van 't Heidendom, is ook het Vischnoeïsme oorspronkelijk natuurdienst, en Vischnoe, wiens naam doordringer beteekent, is waarschijnlijk de lucht, die alles doordringt en als het levenwekkende beginsel werd aangemerkt.

[pagina 1214]

[p. 1214]

[Visitandinnen]

Visitandinnen, nonnen, die tot in afgelegen dalen en bergkloven afdaalden om zieken te troosten; eene orde in 1610 gesticht door Frans van Sales en Francisca van Chatal. Uit lat. visitantes, tegenw deelw. van visitare = bezoeken.

[Visite (Droit de -]

Visite (Droit de -, is in het volkenrecht het recht door de oorlogvoerende partijen uitgeoefend, om te onderzoeken, of neutrale vaartuigen contrabande aan boord hebben.

[Visum repertum]

Visum repertum, (lat.), letterl.: het gevondene (zooals het door mij) gezien (is), d.w.z. het verslag van een medicus betreffende den toestand, waarin hij gewonde of doode personen heeft gevonden, het schouwverslag.

[Vita brevis est, longa ars]

Vita brevis est, longa ars, naar Hippocrates, (lat.), Seneca, De brevitate vitae, 1, 1, het leven is kort, de kunst is lang.

[Vita clerici evangelium est populi]

Vita clerici evangelium est populi, (lat.), het leven van een geestelijke is het evangelie des volks. Oude pastorale regel; geestelijke vorm van het populaire spreekwoord: leeringen wekken, voorbeelden trekken.

[Vita sedentaria]

Vita sedentaria, (lat.), een zittend leven.

[Vitae jacta alea est]

Vitae jacta alea est, (lat.), Suet, Vita Caes, 32, de teerling (van het levenslot) is geworpen. De beslissende stap is gedaan, gelijk Caesar zei, toen hij de grensrivier, den Rubicon, overtrok waardoor hij het eigenlijke Italië binnenkwam en het sein gaf tot den burgeroorlog.

[Vitae summa brevis]

Vitae summa brevis, (lat.), de korte som, d.i. de kortheid des levens, Horatius, Oden, I, 4, 15.

[Vitaliënbroeders]

Vitaliënbroeders, of Vitalianen is de naam van eene bende zeeroovers, die tegen het einde der 14e eeuw het noordelijk gedeelte van Duitschland verontrustte. Toen koningin Margaretha van Denemarken koning Albrecht van Zweden in 1389 bij Falköping overwonnen en gevangen genomen had, en daarop in 1391 Stokholm belegerde, werden door bloedverwanten van den gevangen vorst vrijbuiters uitgerust om de Denen te benadeelen. Deze benden bestempelde men met den naam van Vitaliën- of Victualiën-broeders, omdat zij Stokholm van mondbehoeften voorzagen. Zij werden ook Lijkedeelers (z.a.) geheeten, daar zij den buit gelijkelijk verdeelden. Na 1439, toen zij de Noorweegsche stad Bergen plunderden en verbrandden, verdwijnt hun naam uit de geschiedenis.

[Vitellius (Een -]

Vitellius (Een -, een gulzigaard, een veelvraat; aldus genaamd naar den Romeinschen keizer Aulus Vitellius († 69 n.C.), die na een maaltijd braakmiddelen innam, om weder op nieuw te kunnen eten.

[Vitex]

Vitex, naam van een plant, Agnus Castus, de plant der kuischheid, symbool van ongevoeligheid voor zinnelijke liefde. Sommigen beweren, dat een extract daarvan aan maagden te drinken werd gegeven, die de gelofte der kuischheid hadden afgelegd, om zoodoende alle aardsche genegenheid te doen zwijgen.

[Vitusdans]

Vitusdans, stuipachtige en krampachtige bewegingen, vooral bij kinderen en vrouwen, waarbij de zieke soms het aanzien van een dansende krijgt. Deze is niet zeer heftig, maar duurt soms langen tijd (Chorea Saneti Viti minor, van gr. chorea = dans). Bij de Ch.s.V. major komen veel heftiger bewegingen en draaiingen voor, zoodra het tot eene uitbarsting komt. De lijders trokken naar eene kapel aan St. Vitus (volgens anderen aan St. Valentijn) gewijd, en vonden daar genezing.

[Viva vox]

Viva vox, (lat.), het levende (d.i. gesproken) woord, het mondeling onderwijs (tegenover het te boek gestelde); en zoo viva voce, door het levende woord, mondeling.

[Vivat]

Vivat, (lat.), hij, (zij, het) leve! lang leve...! ook als subst. het vivat = het geroep van vivat (heilwensch), bv. iemand een vivat brengen. In het meervoud vivant, lang zullen ze leven. Een versterkte formule is vivat, floreat, crescat = hij (zij, het)

[pagina 1215]

[p. 1215]

leve, groeie, bloeie (dikwijls nog met) in aeternum = tot in eeuwigheid.

[Vive la Pologne, monsieur!]

Vive la Pologne, monsieur! (fr.), leve Polen, mijnheer! In 1867, gedurende het verblijf te Parijs van keizer Alexander II van Rusland, bezocht hij (4 Juni) ook het paleis van justitie. Op het oogenblik, dat hij den trap besteeg, die daarheen leidt, kwam hem een advokaat in ambtsgewaad tegen, die hem de aangehaalde woorden toeriep. 't Was Charles Floquet (1828-96). Toen deze echter later (3 April 1888) tot minister-president werd benoemd, en, als zoodanig, met den Russischen gezant te Parijs betrekkingen moest aanknoopen, immers het gebeurde had in Rusland, vooral ten hove, veel kwaad bloed gezet, trachtte men aan anderen het vaderschap der kreet toe te schrijven. Tot daartoe echter was alle tegenspraak van Floquet's zijde niet slechts uitgebleven, maar in zijne levensbeschrijving, door zijn boezemvriend Mario Proth in Célébrités contemporaines uitgegeven, wordt de kreet hem zelfs als een eeretitel aangerekend. De Histoire illustrée du second empire van Taxile Delord (V, 65), bevat bovendien eene afbeelding van het voorval.

[Vive le Roi! Vive la Ligue!]

Vive le Roi! Vive la Ligue! (fr.), Leve de Koning! Leve de Ligue! Deze kreet door de herinnering ingegeven, aan de onlusten in Frankrijk onder Hendrik III, tijdens de Ligue, is ontleend aan Lafontaine's Fabel II, 5, La Chauve-Souris et les deux Belettes. Men past die woorden toe op hen, die, vooral in de staatkunde, de huik naar den wind hangen.

[Vivere militare est]

Vivere militare est, (lat.), het leven is een strijd. Seneca, Epistolae 96. Vgl. Goethe in ‘West-östl, Divan’:
Vivere militare est, Denn ich bin ein Mensch gewesen,
Und das heisst ein Kämpfer sein.
en Voltaire, Mahomed II, 4:
Ma vie est un combat (z.a.). Vgl. Job 7:1a.

[Vivit post funera virtus]

Vivit post funera virtus, (lat.), de deugd overleeft den dood. Spreuk van Heemskerk, Spaen, Warin e.a.

[Vivos voco, mortuos plango, fulgura frango]

Vivos voco, mortuos plango, fulgura frango, (lat.), ik roep de levenden, ik beween de dooden, ik breek den bliksem. Schiller's motto van zijn lied van de klok, door den dichter ontleend aan de in 1498 te Bazel gegoten klok der vermaarde groote kathedraal (Münster) te Schaffhausen, die (Nov. 1898) alleen bewaard bleef toen de andere klokken van dezen Münster voor een nieuw klokkenspel versmolten werden, wegens den slechten staat waarin ze zich bevonden. Vele klokken dragen varianten van dat opschrift.

[Vivré]

Vivré, (wap.), tweemaal rechthoekig omgezet, of zigzagsgewijs. Bijv. het wapen van v. Foreest en van v. Reede.

[Vizier]

Vizier, (turksch), in Mohammedaansche staten de titel van hooge staatsambtenaren. In het Ottomanische rijk komt die titel aan alle pacha's met drie paardestaarten toe. In dit rijk zijn zes viziers, rechtsgeleerden, de adviseerende leden van den Divan.

[Vizier hebben (In 't -]

Vizier hebben (In 't -, (mil.). in de volkstaal: in de gaten hebben, m.a.w, zien of (en) merken, begrijpen.

[Vlaamsch-Hollandsche school.]

Vlaamsch-Hollandsche school. Terwijl de Italiaansche school in de schilderkunst zich kenmerkte door liefde voor het lichaam, voor het uitwendig schoon, en sterk gevoel voor de kleur, voor den levensvorm, en niet voor het leven zelf; zoo stelt de Vlaamsch-Holl. school de wereld, de menschen, het aardsche leven in al zijne schakeeringen, op den voorgrond. In de oude Vlaamsche school, omstr. 1400 aangevangen, is waar te nemen eene langzame ontworsteling aan de macht van het Roomsche ideaal. In Jan († 1441) en Huybert († 1426) v. Eyck, schilders van Engelenvroomheid en reinheid, begon zich het Vlaamsche realisme (z.a.) krachtig te openbaren.

[Vlaamsche piek]

Vlaamsche piek, berucht Middeneeuwsch wapen, door de Kroniekschrijvers godandart of goudendart, Waalsch gudendaxhe geheeten, door Guillaume Guiart in eene beschrijving van den veldtocht ao 1297 der Vla-

[pagina 1216]

[p. 1216]

mingen tegen de Franschen, door hem bijgewoond, Godendac getitelt en als ‘bonjour’ verklaard. Die goedendag, welke met een goed toegebrachten slag den vijand onherroepelijk ter dood verwees, bestond uit een aan een grooten zwaren stok bevestigd ijzer, aan den eenen kant dik, om mede te slaan, aan den anderen kant geslepen, om te snijden, en van eene zeer spitse punt voorzien, om te steken. 't Was dus een kouter, gelijk de Vlaamsche dichter Jacob van Maerlant in zijn bijbel (einde 13e eeuw) er een aan den richter Samgar (Richt. III:31, in de Statenvert. ossenstok) in de hand gaf. De Franschen voerden dit wapen als verweermiddel voor den minderen man uit de steden en van het land, al spoedig in. En sedert de 14e eeuw verscheen het als helmteeken boven het wapen van vele ridders.

[Vlaamsche school (De -]

Vlaamsche school (De -, gesticht door de gebroeders Van Eyck in de 15e eeuw. De grootste meesters uit later tijd bloeiden te Antwerpen: Rubens, Van Dyck, Jordaens, Teniers de Jonge. Ze munt uit door koloriet en navolging der natuur.

[Vlag dekt de lading (De -]

Vlag dekt de lading (De -, van onzuivere waar, hetzij koopwaar of letterproducten die onder een schoonen vorm of uiterlijk vertoon, aan het publiek worden aangeboden. Oorspronkelijk het (nog heerschend) beginsel van het volkenrecht, daar op neerkomende, dat de oorlogvoerende partijen de koopvaardijschepen moeten eerbiedigen, die de vlag eener onzijdige natie voeren.

[Vlag in sjouw]

Vlag in sjouw, (zeemansterm) de vlag in een knoop gebonden. Sein voor onmiddellijke en dringende hulp.

[Vlag (Witte -]

Vlag (Witte -, steeds geheschen ten teeken van overgave of althans ten teeken van geneigdheid tot onderhandelen.

[Vlasstengels]

Vlasstengels, spotnaam voor de inwoners van Oude Bildtzijl.

[Vleesch en bloed]

Vleesch en bloed, volg. Matth. XVI:17, 1 Kor. XV:50, Efez. VI:12, de mensch naar zijne zinnelijke natuur. Vanhier uitdrukkingen als: vleesch en bloed komt er tegen op, het is hard voor vleesch en bloed, men moet vleesch en bloed maar bij elkaar houden, enz.

[Vleesch van mijn vleesch en been van mijn been]

Vleesch van mijn vleesch en been van mijn been, uit Gen. II:23, waar Adam zulks van Eva getuigt.

[Vleesche (Naar den - gaan]

Vleesche (Naar den - gaan, vgl. Rom. VIII:1, 4, 13, goed, voordeelig, gunstig gaan.

[Vleeschelijke tafel van vermenigvuldiging opzeggen]

Vleeschelijke tafel van vermenigvuldiging opzeggen; zie Tafel van vermenigvuldiging enz.

[Vleescheters]

Vleescheters, spotnaam voor de inwoners van Driel bij Bommel, omdat zij tijdens eene daar heerschende ziekte ontheffing kregen van de verplichting tot vasten.

[Vleeschpotten van Egypte.]

Vleeschpotten van Egypte. Wil men aanduiden, dat iemand, die vroeger betere dagen gekend heeft, zich in dien staat terugwenscht, dan zeggen wij met overneming uit Exod. XVI:3. (‘Had God maar gewild dat wij in Egypte waren gestorven, door 's Heeren hand, daar wij bij de vleeschpotten zaten’), dat hij zich terugwenscht naar de vleeschpotten van Egypte.

[Vlegeljaren]

Vlegeljaren, moeilijke jaren, wegens den leeftijd, waarin men te groot is voor een servet en te klein voor een tafellaken; een woord ontleend aan den titel van een roman van Jean Paul (Friedrich Richter).

[Vleugel]

Vleugel, (bouwk.), bij gebouwen van grooten omvang bv. met een hoofdgebouw en twee voorsprongen, worden deze voorspringende gedeelten vleugels genoemd; hetzij dat deze met het hoofdgebouw rechthoeken vormen of elke andere richting aannemen. Men noemt nog vleugels de beide muren, die bij eene brug den toegang vormen en dezen verruimen, men noemt deze de vleugelmuren van de brug.

[pagina 1217]

[p. 1217]

[Vleugelen]

Vleugelen, oud volksgebruik te Ootmarsum bij Oldenzaal. Rijen oude en jonge menschen gaan zingend, hand in hand, alle huizen in.

[Vleugels verschuilen (Zich onder iemands -]

Vleugels verschuilen (Zich onder iemands -, vgl. Ruth II:12, waar Boaz het in Ruth roemt, dat zij altoos onder de vleugelen van Israëls God hare toevlucht had genomen. Vgl. Ps. XVII:8 en zoo meer.

[Vleugels over iemand uitbreiden (Zijne -]

Vleugels over iemand uitbreiden (Zijne -, ontleend aan Ruth III:9; Ezech. XVI:8, waar echter niet van bescherming, doch van bedekking der naaktheid sprake is.

[Vlieg (Een -, wat in de karnemelk gevallen is]

Vlieg (Een -, wat in de karnemelk gevallen is, (z. afr.), een wit aangekleede Kaffer.

[Vliegen te vangen (Ik ben hier niet om -]

Vliegen te vangen (Ik ben hier niet om -, d.w.z. om mijn tijd met beuzelingen door te brengen. Afkomstig, naar men wil, van Keizer Domitianus, die in zijn leegen tijd vliegen ving en ze spietste.

[Vliegen bederven de goede zalf (De doode -]

Vliegen bederven de goede zalf (De doode -, uit Pred. X:1: éene doode vlieg doet de zalf des apothekers stinken; alzoo bederft een eenig zondaar veel goeds. Doode vliegen, d.i. kleine nietige beestjes benemen den lieflijken geur van het reukwerk der vaas, waarin ze vallen; alzoo bederft een enkele dwaas eene gansche omgeving van lieden, die door wijsheid uitblinken.

[Vliegen (Hij vang -]

Vliegen (Hij vang -, (z. afr.), hij loopt altijd met open mond.

[Vliegende Hollander (De -]

Vliegende Hollander (De -, fr. Le vaisseau fantôme. Zie Hollander (Vliegende -.

[Vliegeneters]

Vliegeneters, spotnaam voor de inwoners van Wieze (bij Aalst), naar het tijdstip der kermis (aanvang October), wanneer de vliegen binnenshuis komen, en mak worden.

[Vlieger]

Vlieger, oude munt van Karel V, ter waarde van 4 stuivers, ook krabbelaar geheeten, naar den Rijks-adelaar, zoowel om zijne vleugels als om zijne klauwen.

[Vlieger]

Vlieger of klapper, boek (meestal met perkamenten omslag), waarin voorschriften, bepalingen en notities, die voortdurend dienst blijven doen, staan aangeteekend.

[Vlies (De orde van het gulden -]

Vlies (De orde van het gulden -, een der oudste en achtenswaardigste orden van Europa. Ze werd in 1431 door Filips van Borgondië te Brugge ingesteld, bij gelegenheid van zijn huwelijk met Isabella van Portugal. De naam is ontleend aan 't gouden vlies van den argonaut Jason, en 't doel der orde heette bescherming der Kerk.

[Vlok]

Vlok, (barg.), hemd.

[Vlottende schuld]

Vlottende schuld, de schulden, welke een Staat maakt, om bij tijdelijke schaarschheid van kas in de gewone behoeften der staatshuishouding te voorzien. Hiertoe behooren ook papiergeld, schatkistbilletten enz.

[Vlucht]

Vlucht, (wap.), 1) de vleugels van een in 't helmteeken voorkomend dier, 2) een paar vleugels als helmteeken, 3) een paar hoorns, olifantstrompen, enz. als zoodanig. De vlucht als helmteeken is heel geopend, wanneer ze van voren, gesloten wanneer ze van ter zijde is afgebeeld. Eén vleugel als helmteeken wordt wel eens halve vlucht genoemd.

[Vocativus (Een rare -]

Vocativus (Een rare -, (stud.), een rare snaak. De Vocativus is in 't Latijn de tot roepen dienende naamval; de bedoeling is, iemand, die uitlokt om aan te roepen.

[Vocatus venit]

Vocatus venit, (lat.), de geroepene komt of is gekomen. Als men aan eene uitnoodiging gevolg geeft of gaf.

[Vocem]

Vocem, (r.-k.), zie Kerkdagen.

[Vochtig lijnwaad om het naakte denkbeeld (Het -]

Vochtig lijnwaad om het naakte denkbeeld (Het -, definitie van stijl (volgens Prof. Allard Pierson), afkomstig van Blaise Pascal († 1662). Deze bepaling eischt innige ver-

[pagina 1218]

[p. 1218]

wantschap tusschen gedachte en stijl, dat de taal niets anders zijn mag dan het meest doorschijnende kleed der gedachte. Wie niet zuiver en geregeld gedacht heeft, kan ook niet goed stellen: het natte lijnwaad doet event. misvormingen maar al te duidelijk uitkomen. Pascal zelf kon een meesterlijken stijl schrijven, omdat hij zoo meesterlijk dacht.

[Voeder]

Voeder, voormalige inhoudsmaat. Het vermaarde Heidelberger vat kan 236 voeder wijns bevatten.

[Voedering der dieren]

Voedering der dieren, (k.m.a.), het eerste souper der baren (zie baar). Dit woord is aldaar in gebruik geweest tot aan de oprichting der Cadettenschool, toen de zaak en daarmede de naam verviel.

[Voeging]

Voeging, het met goedvinden van den rechter als partij optreden in een rechtsgeding tusschen andere partijen.

[Voering]

Voering, (wap.), naam voor pelswerk.

[Vaesche, veesche, vesche]

Vaesche, veesche, vesche, (wap.), zie Faas.

[Voet]

Voet, (wap.), 1o gewone menschenvoet, altijd van ter zijde gezien; 2o voet of schildvoet = het benedenste gedeelte van een wapenschild, in tegenstelling met het schildhoofd. 3o hanger van den barensteel (z.a.).

[Voet (De derde -]

Voet (De derde -, uitkeeringen, welke een (oudste) zoon als opvolger zijns vaders in eene heerlijkheid, welke hij dus met zijne twee voeten bezette, aan zijne broeders en (of) zusters doen moest.

[Voet (Met gevulden -]

Voet (Met gevulden -, (wap.), heet de (her.) lelie, wanneer de onderste helft ontbreekt.

[Voetangel]

Voetangel, (wap.), ster met vier punten, van welke drie naar beneden, de vierde rechtop naar boven gericht.

[Voetwassching]

Voetwassching, een overoud gebruik bij alle Oosterlingen; want daar deze geen schoenen en nog minder kousen, maar slechts sandalen of voetzolen droegen, zoo was zulks, wegens de groote hitte en den zandachtigen grond, eene groote behoefte. Die liefdedienst werd, uit bijzondere achting, dikwijls door den gastheer zelf verricht (Gen. XVIII:4, XXIV:32; Regt. XIX:21), zooals dan ook in 't algemeen de voeten en handen wasschen, zalven en kussen voor een teeken van grooten eerbied en hoogachting werd gehouden (1 Kon. XXV:41; Luk. VII:38, 44, 46; Joh. XII:3; 1 Tim. V:10). Ook de priesters waren verplicht, vóór hunnen ingang in dit heiligdom, in een te dien einde aangebracht watervat, handen en voeten te wasschen (Exod. XXX:18-20; XL:28:30). De voetwassching welke Jezus zelf aan zijne leerlingen verrichtte, was een bewijs zijner groote ootmoedigheid en liefde en tevens eene zinnebeeldige handeling (Joh. XIII:5-9, 14-17). Ter gedachtenis daarvan is het een oud gebruik in de Kerk, dat niet alleen de Pausen, maar ook andere geestelijke en wereldlijke aanzienlijken gewoon zijn op Witten Donderdag hunnen ondergeschikten, ook dikwijls twaalf arme mannen, de voeten te wasschen. Wijl bij zulk eene plechtige voetwassching door het koor de Antiphoon gezongen wordt, die met het woord mandatum begint. Zoo wordt de plechtigheid der voetwassching ook mandatum genoemd.

[Vogel]

Vogel, Jeremia XII:9, het is een gespikkelde of gesprenkelde vogel (lees veelkleurige vogel) d.w.z. op hem komen ze allen af. Bij ons gezegd van iemand, die veel aanstoot heeft te lijden, die door iedereen bevit en kwalijk bejegend wordt = het is een vreemde eend in de bijt.

[Vogelen het uitbrengen ('t Zal uitkomen, al zouden de -]

Vogelen het uitbrengen ('t Zal uitkomen, al zouden de -, zie Ibycus (De kraanvogels van -). En vgl. Pred. X:20, waar sprake is van iets, dat op eene onbegrijpelijke wijs uitkomt.

[Voguant]

Voguant, (fr. wap.), drijvend op het water.

[Vogue la galère]

Vogue la galère, (fr.), laat de galei varen, eigenlijk Vogue la galée, zijnde een refrein uit de 16e eeuw; aangehaald door Bargaud Des Marets

[pagina 1219]

[p. 1219]

en Rothery in hunne uitgave van Rabelais, maar niet (gelijk Fournier beweert) te vinden in Rabelais, Pantagruel III, 1.

[Voie de garage]

Voie de garage, (fr.), uitwijkingsplaats; zijbaan, die gelegenheid geeft om uit te wijken. Het woord van waarschuwing bij naderend gevaar is gare = pas op!

[Voilà bien du bruit pour une omelette!]

Voilà bien du bruit pour une omelette! (fr.), zie Tant de bruit etc.

[Voilà le soleil d'Austerlitz]

Voilà le soleil d'Austerlitz, (fr.), zie Le soleil.

[Voilà les bêtises qui recommencent!]

Voilà les bêtises qui recommencent! (fr.), nu beginnen de dwaasheden weer, ontleend aan Les pilules du Diable, féerie van Laloue, Anicet Bourgeois en Laurent, den 16n Febr. 1839, in de Cirque Olympique voor 't eerst opgevoerd.

[Voilà pourquoi votre fille est muette]

Voilà pourquoi votre fille est muette, verkeerd aangehaald voor voilà justement ce qui fait que votre fille est muette, (fr.), en zoo komt het nu, dat uwe dochter stom is, Molière, Le médecin malgré lui, woord van Sganarelle tot Geronte, wiens dochter stom is. Sganarelle, die niets van geneeskunde afweet, houdt eene lange rede, enkel wartaal, vol Latijn en zoogenaamd Latijn en geneeskundige termen; noch hij zelf noch iemand begrijpt er wat van, en ten slotte zegt hij: Gij ziet, mijnheer, zoo komt het nu enz. Men haalt die woorden aan ter kenschetsing eener duistere verklaring, waarbij onwetendheid zich achter verwaandheid verschuilt en die ons niet wijzer maakt.

[Voir c'est savoir]

Voir c'est savoir, (fr.), zien is weten (kennen). Dit woord van Viollet le Duc gaat op, wanneer het oog en de geest vooraf zijn geschikt gemaakt.

[Voir le dernier Romain à son dernier soupir]

Voir le dernier Romain à son dernier soupir, (fr.), den laatsten Romein den laatsten adem zien uitblazen, zegt Camille in hare vervloeking tot haren broeder Horace, die haren echtgenoot Curiace gedood heeft; - dat zou zij willen zien, en als zij alleen daar de oorzaak van was, dan zou ze van vreugde willen sterven. Corneille, Horace (1640), reg. 1317 (IV, 5).

[Vol abaissé (Au -]

Vol abaissé (Au -, (fr. wap.), met nederwaarts gerichte vlucht.

[Vol-banneret]

Vol-banneret, (fr. wap.), twee dichtgevouwen pauwestaarten.

[Volapuk]

Volapuk, kunsttaal, bedacht door Johann Martin Schleyer, pastoor te Litzelstetten bij Constanz, geb. 18 Juli 1831 te Oberlanda in Beieren. Door onderlinge overeenkomst aangaande woorden en woordvormen - die zeer gemakkelijk waren aan te leeren - konden personen van allerlei nationaliteit met elkaar briefwisseling houden. Pastoor Schleyer schreef in 1879 eene spraakkunst voor het Volapuk en stelde ook een zoogenaamd wereldalfabet samen.

[Volente Deo]

Volente Deo, (lat.), zoo God wil. Spreuk van van der Plaat, van der Plaat van Honswijk.

[Volenti non flat injuria]

Volenti non flat injuria, (lat.), hem, dié zelf wil, geschiede geen onrecht.

[Volewijk]

Volewijk, samentrekking van Vogelwijk, voorheen eenzame plek aan 't IJ, tegenover Amsterdam. Wanneer er daar een kleintje werd geboren, heette het, dat men naar de Volewijk was geroeid om er een te halen. Roeien werd namelijk gebruikt om de bevalling aan te duiden.

[Volgens het schild]

Volgens het schild, (wap.), 1) volledige herhaling in de figuur van het helmteeken van alles wat zich in het wapenschild bevindt; 2) ‘eene vlucht van of volgens het schild’, op elken vleugel geheel dezelfde verdeeling in kleuren voorkomende als in het wapen zelf; 3) borstbeeld, ‘gekleed volgens het schild’, draagt een gewaad, waarop zich evenzoo de kleuren van 't wapen herhalen.

[Volitif]

Volitif, (fr.), wat van den wil afhangt; van lat. volo = ik wil.

[Volk der Dichter und Denker]

Volk der Dichter und Denker, (hgd.), volk van dichters en denkers, naam door Bulwer (1804-73) in de opdracht van zijn Ernest Maltravers (Londen, 1837), aan de Duitschers gegeven.

[pagina 1220]

[p. 1220]

[Volk in Waffen (Ein -]

Volk in Waffen (Ein -, (hgd.). een volk onder de wapenen, woord van Kaunitz tot Jozeph II († 1790), voluit: ein ganzes Volk in Waffen ist an Majestät dem Kaiser ebenbürtig; een geheel volk onder de wapenen staat aan majesteit met den Keizer gelijk. Das Volk in Waffen beteekent alleen het leger door algemeenen dienstplicht verkregen, en was herhaaldelijk de titel van een werk over algemeene wapening.

[Volk van onderofficieren, verzot op de strepen]

Volk van onderofficieren, verzot op de strepen, noemde Vorst Bismark, Aug. 1897, in een particulier gesprek de Duitschers. Dit ‘strepen’ met het oog op Streber.

[Volkenslag]

Volkenslag, eig. hgd. Völkerschlacht, de slag bij Leipzig op 13 Oct. 1813, waarbij alle volken van Europa betrokken waren. Op 5 Dec. 1895 werd een gedenkteeken ter eere van dien slag opgericht, te Leipzig, naar een ontwerp van Carl Daflein te Berlijn, die uit 33 ontwerpen met den 1n prijs bekroond werd.

[Volkes (Des - Selbstverwaltung ist seine Zauberkraft, wehe dem der daran rühret!]

Volkes (Des - Selbstverwaltung ist seine Zauberkraft, wehe dem der daran rühret! (hgd.), het bestuur, dat een volk over zichzelf uitoefent, is zijne toovermacht; wee dengene, die daaraan raakt! Woord van Prof. Jacobus Moleschot († einde Mei 1893 als hoogleeraar te Rome).

[Volksbloem van het Oosten (De -]

Volksbloem van het Oosten (De -, de Chrysanthemum (z.a.).

[Volta-kruis]

Volta-kruis, kruisje, dat men op de borst draagt tegen jicht, hartklopping, enz. Naar Alessandro graaf Volta, groot natuurkundige, hoogleeraar te Pavia, enz., † 1826; de uitvinder beweerde namelijk, dat het werkte als de kolom van Volta, d.i. Voltaïsche electriciteit ontwikkelde.

[Volpette-tuinen]

Volpette-tuinen, bij de fabrieksstad St. Etienne, in Frankrijk, groentetuinen voor behoeftigen, eene stichting van den Jezuïet, Vader Volpette, die een aanvang maakte met den velen vrijen grond rondom St. Etienne, vooral eigendom der mijn-ondernemingen, welken grond bij verdeelde in stukken van 350 tot 450 M2; omdat een veld van 400 M2 voor een gezin van zes personen voldoende aardappelen en groenten opleveren kan. Fr. L'Oeuvre des Jardins Ouvriers.

[Voltaire]

Voltaire, een gemakkelijke stoel, zoo geheeten naar den bekenden Franschen dichter Voltaire, daar zulk een voorkomt op platen uit dien tijd.

[Volumen]

Volumen letterlijk het opgerolde; vandaar bij de Ouden een boek, omdat men weleer de boeken, aan éene zijde beschreven, oprolde; voorts een gedeelte van een geschrift, een boekdeel, fr. volume, omdat dit laatste dikwijls uit onderscheidene rollen bestond; verder: uitgebreidheid, omvang.

[Volute]

Volute, (fr., w.-bouwk.), cirkelvormige versieringen welke aan de Ionische en Corinthische kapiteelen voorkomen. Het Ionische kapiteel heeft gewoonlijk vier voluten 2 aan elk kussen wanneer de kolom vrij staat, het Korinthische heeft er wel 8 en soms 12.

[Vondel's geboortehuis.]

Vondel's geboortehuis. Te Keulen is Oct. 1894 door de eigenaars van het huis, waarin onze dichter Vondel uit Nederl. ouders werd geboren - de gebroeders Körffner - de oude gedenkplaat hernieuwd. Het huis staat in de Grosse Witschgasse, naast de oude Keulsche brouwerij Schaffrath. De marmeren plaat draagt in gouden letters tot opschrift: ‘Der niederländische Dichter Joost van den Vondel, gestorben in Amsterdam den 5 Februar 1679, wurde hier im Hause, genannt “Zur Fiole” geboren am 17 November 1587’.

[Vonk]

Vonk, (barg.), jenever, brandmerk.

[Vonk (Jan met een -]

Vonk (Jan met een -, (barg.), geessel en brandmerk.

[Vóór de letter]

Vóór de letter, in de graveerkunst de proefdrukken der prenten die getrokken worden, voordat nog het onderschrift, de naam van den maker, enz. op de koperplaat waren aangebracht. Als eerste en dus scherpe drukken hebben deze proefdrukken gewoonlijk meer kunstwaarde dan de latere drukken mèt de letter, en worden dus door de kunstliefhebbers gezocht.

[pagina 1221]

[p. 1221]

[Voor zeven lijsten gesjochten zijn]

Voor zeven lijsten gesjochten zijn, (barg.), heel ongelukkig wezen; bij ‘lijsten’ is sprake van de lijsten der Staatsloterij; de bedoeling is dus: telkens met een niet uitkomen. Vgl. Schochten.

[Voorarrest]

Voorarrest, voorloopig arrest, in afwachting van de beslissing.

[Voord]

Voord, in plaatsnamen, doorwaadbare plaats, bv. Vorden, Amersfoort, Westervoort, Lichtenvoorde, Vechtevoort, enz.

[Voorhaarnaald]

Voorhaarnaald, een gouden of juweelen band op het voorhoofd der vrouwen, behoorend tot de Noordhollandsche kap, en in gebruik in Noord-Holland benoorden het IJ en op de eilanden, vroeger ook op Walcheren en Zuid-Beveland.

[Voorkis]

Voorkis, (afr.), bok van een wagen.

[Voorman]

Voorman, (afr.), voorganger, meesterknecht, eng. foreman.

[Voorman zetten (Iemand op zijn -]

Voorman zetten (Iemand op zijn -, (mil.). In 't achterste gelid staande, heeft ieder soldaat een man vóor zich (zijn voorman), en nu moet hij juist achter dezen staan. Zegt nu een mindere tot een meerdere meer dan hem geoorloofd is, dan zet deze hem op zijn voorman, d.i. op zijn plaats, gericht (in den regel gezet) op zijn voorman.

[Voorpeenen]

Voorpeenen, (barg.), wegwerpen.

[Voortrekken]

Voortrekken, (mil.), 't geweer aftrekken (hier afschieten) vóor het commando.

[Voortrekker]

Voortrekker, (z. afr.), wegbereider.

[Voorwerk]

Voorwerk, oorspronkelijk een onder afzonderlijk beheer staand deel eener oude landhoeve, welker huis en erf met andere uthoeven en met het saalgoed of de hoofdhoeve éen landgoed uitmaakten. Deze voorwerken zijn allengs op zichzelf staande hoeven geworden, maar sommige hebben hun naam behouden, als Voorwerk bij Eibergen, ao 1188 Vorewerch. Bij Hardenberg ligt een Voorwerk. Verder: een bastion, liggende buiten de vesting, of vóor de poort; eindelijk: titel, voorbericht en inhoudsopgave van een boek.

[Voorzichtig gelijk de slangen en oprecht als de duiven]

Voorzichtig gelijk de slangen en oprecht als de duiven, Matth. X:16, zegt Jezus tot zijne discipelen, waar hij hen uitzendt om het geloof te verkondigen.

[Vorant]

Vorant, (wap.), zie Verslindend.

[Vork, vorketstok, forket]

Vork, vorketstok, forket of furguet, stok, bovenaan gaffelvormig gespleten, dienend tot ondersteuning der zware musketten uit den tijd van prins Maurits († 1625).

[Vorkies pikken]

Vorkies pikken, (barg.), in de gevangenis zitten.

[Vormsel]

Vormsel, (r.-k.), lat. confirmatio, het tweede van de sacramenten, - het eerste is de Doop, - bestaande in de handoplegging en zalving [volgens den Catechismus Romanus alleen in de zalving (chrisma)] met de door den Bisschop op Witten Donderdag gewijde zalfolie. De vorm bestaat in de woorden: signo te signo crucis et confirmo te chrismate salutis in nomine Patris, Filii et Spiritus Sancti (= ik teeken u met het teeken des Kruises en bevestig u met de zalving des heils in den naam des Vaders, des Zoons en des H. Geestes). Het vormsel dient tot vermeerdering van de genade, die bij den Doop is ontvangen, en wordt toegediend aan de gedoopten, die boven den leeftijd van 7 jaar zijn; het mag alleen door een Bisschop worden toegediend. De Roomsche Catechismus legt het woord ten onrechte als vormsel uit; het is blijkbaar uit (con)firmatio ontstaan. (Mid.-nederl. vormen (vromen) = in den christelijken godsdienst bevestigen.

[Vorst der dichters (De -]

Vorst der dichters (De -, Stephan Mallarmé, † Oct. 1898, als opvolger van Paul Verlaine, door zijne vereerders aldus betiteld. Fr. le Prince des Poètes. Ten onzent eernaam van Vondel.

[Vorst (]

Vorst (of Prins) der Fransche schilders (De -, Puvis de Chavannes, geb. Dec. 1824 te Lyon, † 26 Oct. 1898 als weduwnaar van prinses Cantacuzène.

[Vorwärts]

Vorwärts, (hgd.), voorwaarts. Spreuk van Blücher von Wahlstatt, die vanhier Generaal voorwaarts heet.

[pagina 1222]

[p. 1222]

[Vossen]

Vossen, (k.m.a.), hard studeeren.

[Vossen hebben holen]

Vossen hebben holen, in den zin van sluwerds betreden gluiperige paden, louter op den klank af ontleend aan Matth. VIII:20, Luk. IX:58, waar Jezus den staat zijner zelfvernedering, zijn leven vol zelfverloochening aanduidt door te zeggen: ‘de vossen hebben holen en de vogelen des hemels nesten, maar de Zoon des Menschen heeft niet waar hij het hoofd kan nederleggen’. Vos = sluwerd komt Luk. XIII:32 voor.

[Vossenstaart (Luiden met een -]

Vossenstaart (Luiden met een -, d.i. luiden zonder dat men het hoort; uitdrukking uit den tijd, dat alleen de kerken der Ned. Hervormde Gemeenten luidende klokken mochten hebben.

[Volte plura]

Volte plura, (fr.), meervoudig stemrecht, krachtens hetwelk sommige kiezers meer dan eene stem mogen uitbrengen. Het werd voor 't eerst in België door de Grondwet van 7 Sept. 1893 voor de Kamerverkiezingen en later (1898) bij die voor de gemeentelijke en gewestelijke vertegenwoordigingen ingevoerd. Toen in de club der Jacobijnen te Parijs (1792) werd beraadslaagd over de wijs, waarop het lot van Lodewijk XVI zou worden beslist, stond een redenaar reeds het meervoudig stemrecht voor (Buchez et Roua, Histoire parlementaire de la Révolution française, XXXIIIe deel, bladz: 278). Dat voorstel had echter toenmaals geene praktische gevolgen.

[Votieftafels]

Votieftafels, lat. tabulae votivae, werden inzonderheid door de Romeinsche zeelieden in den tempel van Neptunus opgehangen, gewoonlijk ten gevolge van eene gelofte (ex voto), in tijden van gevaar afgelegd. Ze werden van opschriften voorzien, en ook wel met reliefs versierd.

[Votse-kapore!]

Votse-kapore! In de Joodsche volkstaal z.v.a. hoe akelig! hoe afschuwelijk! hoe weerzinwekkend! Of het samenhangt met kaporo, kappara (z.a.) is onzeker.

[Vouloir avec fougue, pour ne pas être obligé de vouloir longtemps]

Vouloir avec fougue, pour ne pas être obligé de vouloir longtemps, (fr.), heet het van iemand wiens wils-uitingen hevig zijn, die met heftigheid besluiten neemt. Dezen karaktertrek kent men den 1 Nov. 1894 overleden Russischen keizer Alexander III toe, wien het uiterst moeilijk viel een besluit te nemen.

[Vous aimez la musique (Ah, -]

Vous aimez la musique (Ah, -, (fr.), woord van den rijkskanselier, graaf Bismarck, bij den intocht der Duitsche troepen, 1 Maart 1871, te Parijs. Hij reed met de troepen tot aan den Triomfboog; daar maakte hij rechts-om-keer. Bij het terugrijden door het Bois de Boulogne werd hij door het volk herkend, dat begon te fluiten en te jouwen. Toen graaf Bismarck op de fluiters toereed en tot hen zeide: ‘Ah, vous aimez la musique!’ verstomde de menigte, en de verbazing nam toe, toen hij aan een uit den hoop vuur vroeg, om zijne sigaar aan te steken.

[Vons êtes orfèvre, monsieur Josse]

Vons êtes orfèvre, monsieur Josse, (fr.), gij zijt goudsmid, mijnheer Josse; Molière, L'amour médecin, woord van Sganarelle, wiens dochter Lucinde in hopelooze zwaarmoedigheid is vervallen, en wien zijne nicht, zijne buurvrouw en zijne vrienden raad geven tot hare genezing. Ieder geeft een raad, die in zijn eigen belang past; zoo raadt Josse aan, haar een kostbaar garnituur te koopen; maar Sganarelle doorziet al het eigenbelang, en zegt het bovenstaande tot Josse. Daarom kenschetst men met de aangehaalde woorden het eigenbelang, dat zich achter belangeloosheid tracht te verbergen.

[Vous étiez dessous, mettezvous dessus. Voilà la Révolution]

Vous étiez dessous, mettezvous dessus. Voilà la Révolution, (fr.), gij waart er onder, ga er bovenop. Dat is de Omwenteling. Woord van Danton aan een troep volks, die hem kwam vragen, hoe zij met de aristocraten te handelen hadden. ‘Faites comme eux,’ zeide hij, ‘vous étiez’ enz.

[Vous faire avaler un poisson d'Avril]

Vous faire avaler un poisson d'Avril, (fr.), u een Aprilvisch laten inzwelgen. Bij eenen der vele oorlogen, die over Lotharingen zijn gevoerd, zou Koning Lodewijk XIII van Frankrijk († 1643) den Hertog van Lotharingen gevangen genomen, en op zijn eigen

[pagina 1223]

[p. 1223]

kasteel te Nancy hebben opgesloten. Maar de gevangen Prins wist de wachters te bedriegen, en te ontkomen door over de Maas te zwemmen. Men spotte met de bedrogen Franschen, die er niet op gerekend hadden, dat men hun een zwemmenden visch te bewaren gaf.

[Vous l'avez voulu, George Dandin, vous l'avez voulu]

Vous l'avez voulu, George Dandin, vous l'avez voulu, (fr.), zie Dandin.

[Vox clamantis in deserto]

Vox clamantis in deserto, (lat.), zie Stem des roependen enz., Ontleend aan Jes. XL:3 volgens de Vulgata.

[Vox humana]

Vox humana, (lat.), de menschenstem (een orgelregister).

[Vox pacis]

Vox pacis, (lat.), stem des vredes.

[Vox populi, vox Dei]

Vox populi, vox Dei, (lat.), de volksstem is de stemme Gods. Homerus, Od. III, 214. Leus der voorstanders van volkssouvereiniteit. - Dit wil niet zeggen, dat de stem der menigte goed en verstandig is, doch dat ze niet te wederstaan is. Toen Eduard II door 't volk werd onttroond, ten gunste van zijn zoon Eduard III, nam Simon Mepham, aartsbisschop van Canterbury, deze woorden tot tekst. Daarentegen is

[Vox regis, vox Dei]

Vox regis, vox Dei, (lat.), de stem des vorsten is de stemme Gods de leus der voorstanders eener éenhoofdige regeering.

[Vox Studiosorum]

Vox Studiosorum (lat.), Studenten-Stem, in 1864 opgericht door de latere Mrss. D.J.v. Doorninck († 16 Nov. 1889 als Rijks-Archivaris in Overijsel, te Zwolle), destijds student te Utrecht, en L.J.v. Gelein Vitringa (advokaat te Arnhem), destijds student te Leiden. Den 4en Mei van eerstgenoemd jaar verscheen het eerste nummer van dat (toen ter tijd nog) geheel onafhankelijk van eenig corps opgericht en geredigeerd studenten-tijdschrift.

[Voyou]

Voyou, (fr.), straatkerel, van ofr. voyer (gaan). Vgl. Voie (weg).

[Vraagboekjes (Met - loopen]

Vraagboekjes (Met - loopen, (mil.), niet goed bij 't hoofd zijn. Denkelijk ontleend aan het spreekwoord: ‘éen gek kan meer vragen, dan zeven wijzen beantwoorden kunnen’.

[Vragen (Het feest der duizend -]

Vragen (Het feest der duizend -, heeft plaats, als bv. de burgemeesters de bewerking van het Landbouwverslag aanvangen voor het Nederl. Landbouw-comité. De burgemeester noemt geregeld al de vragen op, en de leden der commissie antwoorden, terwijl de secretaris in een der modellen alles aanteekent. Is er verschil van meening, dan wordt er druk geredeneerd, en uit de gedachtenwisseling stelt de voorzitter een passend antwoord samen. Zoo zit de commissie uren aan uren, totdat de 75 bladzijden behandeld zijn; daarna vangt de secretarie de invulling van het op te zenden model aan, en wordt alles nog eens flink herhaald en nagekeken.

[Vrai peut quelquefois n'être pas vraisemblable (Le -]

Vrai peut quelquefois n'être pas vraisemblable (Le -, (fr.), de waarheid is soms niet waarschijnlijk. Boileau, Art poétique.

[Vrede door het bloed des kruises]

Vrede door het bloed des kruises, Coloss. I:20. Motto van het Nederl. Zendelinggenootschap, door Joh. Theod. van der Kemp, den apostel van Zuid-Afrika, te Rotterdam 19 Dec. 1797 gesticht.

[Vredegerecht]

Vredegerecht, Fransche instelling, in 1838 door het Kantongerecht vervangen. Vóor dit tijdstip sprak men van vrederechters, evenals nog in Frankrijk en België juge de paix, en in Engeland justice of the peace.

[Vredejaar (Het -]

Vredejaar (Het -, noemden onze vaderen het jaar 1648 bij uitnemendheid, omdat toen de vrede van Munster werd gesloten.

[Vredekeizer]

Vredekeizer, eerenaam van keizer Nicolaas II van Rusland, omdat hij in Aug. 1898 eene oproeping deed aan al de Mogendheden tot het houden eener Conferentie, waarin eene algemeene ontwapening en de mogelijkheid van een algemeenen vrede werd besproken, en die den 18 Mei '99 te 's-Gravenhage in het Huis ten Bosch werd geopend.

[Vredevorst]

Vredevorst, bijnaam voor Alfonso IX van Spanje. Onder den kreet ‘Leve Alfonso, de Vredevorst’ werden op 25 Maart 1876 te Madrid geheele

[pagina 1224]

[p. 1224]

zwermen van duiven opgelaten, als zinnebeelden van vrede; naar het Bijbelsch verhaal, is de duif het beeld des vredes tusschen God en mensch, die hersteld werd toen de wateren van den zondvloed weken; de duif bracht een groenen tak mede naar de ark (Genes. 8:11), ten bewijze, dat de boomen weder boven het watervlak uitstaken.

[Vreedzaam onder elkander (Zijt -]

Vreedzaam onder elkander (Zijt -, eet maar smakelijk. Waar in Paulus' vermaning 1 Thessal. V:13 vreedzaam in den zin van vreetzaam genomen wordt.

[Vreemd vuur op het altaar brengen]

Vreemd vuur op het altaar brengen, (nieuwe, moderne) leerstellingen op den kansel verkondigen, die men niet gewoon was van daar te vernemen. Ontleend aan Lev. X:1 (Num. III:4, XXVI:61). Ook meer in 't algemeen van een dichter, die niet door heilige geestdrift tot uiting van dicht- of zanglust wordt gedreven. Vreemd vuur = onheilige beginselen.

[Vreemde tongen (Door - spreken]

Vreemde tongen (Door - spreken, in eene vreemde taal spreken; in Bijbelschen zin: door den mond van den Heiligen Geest spreken.

[Vreugde der wet]

Vreugde der wet, Israëlietische feestdag in October, jaarlijks gedurende éen dag gevierd, over de herstelling van den Levitischen eeredienst onder hun voorgeslacht, na de Babylonische ballingschap, volg. Nehem. XII:44.

[Vriendschap (Voorbeelden van -]

Vriendschap (Voorbeelden van -,

Achilles en Patrocles.
Damon en Pythias.
David en Jonathan.
Epaminondas en Pelopidas.
Orestes en Pylades.
Montaigne en Etienne de la Boëtie.
Hadrianus en Antinous.
Prins Willem III van Oranje en Jan Willem Bentinck, graaf van Portland.

[Vrij beheer]

Vrij beheer, door kerkvoogden (en notabelen) gevoerd over de kerkgoederen in gemeenten, die zich niet aansloten aan het Algemeen College van Toezicht, dat door de Regeering in 't leven werd geroepen voor de drie naastvolgende jaren, nadat bij Kon. Besluit van 9 Febr. 1866 (Stbl. no 10), de Regeering verklaard had zich aan alle rechtstreeksche tusschenkomst in het beheer der kerkgoederen en aan het toezicht daarop te onttrekken; om dit geheel over te laten aan de Nederl. Hervormde Kerk. Dit Algemeen College gaf 12 Oct. '68 een ‘Ontwerp van Besluit ter voorloopige organisatie’ in overleg met de provinciale colleges van Toezicht, waaruit het Reglement d.d. 1 Oct. '70 is geboren, hetwelk door het grootste deel onzer vaderlandsche gemeenten als regel voor het beheer der kerkgoederen en kerkfondsen is aangenomen. Het (kerkelijk) beheer gaat over de stoffelijke belangen, de geldmiddelen enz., het (kerkelijk) bestuur over de geestelijke en godsdienst-belangen der gemeenten.

[Vrij ontbijt]

Vrij ontbijt, vrijmaking van het ontbijt, aldus heet in Engeland de afschaffing van allerlei lasten, welke voor de onbemiddelden drukkend zijn, als invoerrechten op thee, koffie, cacao, gedroogde vruchten, enz. enz. Deze afschaffing was het ideaal van John Bright (geb. 1811), die sedert 1839 deelnam aan de zoogenaamde Anti-Cornlaw-League, in 1843 lid van het Lagerhuis, daarna minister van koophandel; krachtig voorstander van liberale beginselen.

[Vrijdag]

Vrijdag, zie Freya. Varianten zijn: Vri- (ao 1401, 25, 1534), Vriden- (ao 1407), Fry- (ao 1500), Vry- (ao 1534, 5, 8), Frij- (ao 1538) -dach; o.hgd. fridtag(e), freitag of gelaittag, fr(e)y-, fry-tag, fredetage. De Vrijdag is de dies stationum (zie Statie), de feria sexta (zesde vierdag) der R.-Kath. Kerk, als halve vastendag. Ital. venerdi, lat. dies Veneris (dag van Venus), evenals fr. vendredi, omdat de Noorsche Freya (mingodin) door de Romeinsche Venus werd vervangen.

[Vrijdag]

Vrijdag, de wilde, dien Robinson uit de handen der Kannibalen verloste en voortaan zijn trouwe vriend. Toen Vrijdag zijn ouden vader weer terug vond, noemde R. dezen Donderdag.

[pagina 1225]

[p. 1225]

[Vrijdag en Columbus.]

Vrijdag en Columbus. Vrijdag 3 Aug. 1492 aanvaardde Columbus zijne ontdekkingsreis. Vrijdag 12 Oct. 1492 ontdekte hij land. Vrijdag 4 Jan. 1493 vertrok hij voor zijne terugreis. Vrijdag 12 Maart 1493 kwam hij veilig te Palos terug. Vrijdag 22 Nov. 1493 bereikte hij Hispaniola (San Domingo of Haïti), op zijn 2en tocht. Vrijdag 13 Juni 1494 ontdekte hij het vasteland van Amerika.

[Vrijdwang (Cornelis -]

Vrijdwang (Cornelis -, spotnaam van Maurits Cornelis van Hall, den Patriot te Amsterdam, toen hij in Doctrina (de Keezen-societeit) de stadsregeering uitdaagde, omdat ze de Oranjepartij het hoofd liet opsteken.

[Vrije gemeente (De -]

Vrije gemeente (De -, te Amsterdam, opgericht door Ds. Hugenholtz, zedelijke verheffing, liefde en vrede zonder dogma.

[Vrije klerken]

Vrije klerken, broeders van het Hiëronymus-klooster, gevestigd te Harderwijk in 1372.

[Vrije kunsten]

Vrije kunsten (artes liberales, ingenuae, bonae), (lat.), de kennis en bekwaamheid, waarop de vrije burger zich zonder blaam kon toeleggen, in onderscheiding van de artes illiberales, wier beoefening hij aan slaven overliet. Verg. trivium en quadrivium.

[Vrije liefde (Leven van]

Vrije liefde (Leven van of in -. Leven als in huwelijk, zonder vanwege Staat of Kerk gesloten echtverbond.

[Vrije School]

Vrije School (voor heel de Natie). Hierdoor wordt verstaan, dat elke groep van gelijkgezinde ouders voor zich eene school opeischen, hare onderwijskrachtten zelf benoemen, den geest van het onderwijs zelf bepalen kan; doch dat de Staat, die met de zorg voor het onderwijs belast blijft, een minimum van eischen kan stellen, naar vasten maatstaf, evenredig aan het getal kinderen, naar den aard en de gesteldheid der school; de kosten draagt voor gebouwen, leerkrachten en middelen; terwijl wat meer geëischt wordt dan gewoon lager onderwijs, door de ouders zelve of uit fondsen bekostigd wordt.

[Vrije steden]

Vrije steden, sedert de Middeleeuwen steden, die onmiddellijk onder de Grafelijkheid stonden en niet tot eene heerlijkheid behoorden en daarom door een heer geregeerd werden. In Overijsel waren Deventer, Kampen en Zwolle vrije Rijkssteden. Tegenwoordig zijn vrije steden dezulke, welke eene eigene regeering hebben en onafhankelijk zijn van eenig keizer- of koninkrijk, zooals Lubeck, Hamburg en Bremen, vroeger ook Frankfort a/M.

[Vrije Universiteit]

Vrije Universiteit, Academia Libera Batavorum, inrichting voor Hooger Onderwijs te Amsterdam, op particulier initiatief gesticht, geheel zonder toestemming, begunstiging of medewerking van den Staat. Dr. Abraham Kuyper en Dr. F.L. Rutgers waren er in 1880 de aanleggers van. De eerstgenoemde wijdde haar 20 October in met eene rede over ‘Volkssouvereiniteit’. Haar grondslag is de Nederl. Hervormde Geloofsbelijdenis, gelijk die door de Synode te Dordrecht ao 1618/19 is bekrachtigd.

[Vrijer]

Vrijer, (barg.), jongen, een goocheme vrijer = een slimme jongen.

[Vrijers voeten (Op -]

Vrijers voeten (Op -, met vrijplannen omgaan, fig. met bedachtzame, stille schreden.

[Vrijhandel-systeem]

Vrijhandel-systeem, zie Economische politiek en Protectionisme.

[Vrijheidsboom.]

Vrijheidsboom. Het gebruik, op openbare pleinen hoomen te planten als zinnebeelden der vrijheid; is afkomstig van den Noord-Amerikaanschen vrijheidsoorlog (1776-1784). Toen behandelden de burgers van Boston - de stad, die het eerst de vaan van den opstand tegen Engeland verhief - hunne staatkundige belangen onder zulk een vrijheidsboom. De kort daarop uitbrekende Groote Omwenteling in Frankrijk nam met zooveel geestdrift het groene zinnebeeld der vrijheid over, dat er van 1789 tot 1792 niet minder dan 60.000 vrijheidsboomen in dat land geplant zijn.

[Vrijheidsmuts.]

Vrijheidsmuts. Van-ouds hadden bij de Europeesche volken, zoolang per-

[pagina 1226]

[p. 1226]

soonlijke vrijheid niet het eigendom was van alle burgers, uitsluitend de vrije lieden het recht in het openbaar met gedekten hoofde te verschijnen, wat aan de slaven niet veroorloofd was. Tot de gebruiken bij de vrijlating van slaven bij de Romeinen behoorde dan ook, dat hun door dengene, die als meester hun de vrijheid schonk, een hoed of muts op het hoofd werd gezet, weshalve men deze als het zinnebeeld der vrijheid beschouwde (jus pilei). Zulk een zinnebeeld is ook de hoed op de speer van de Nederlandsche Maagd. Het hoedafnemen is alzoo: zich tot dienaar maken.

[Vrijkwartier]

Vrijkwartier, (wap.), (fr. francquartier), schildje ter grootte van 1/4 van het schild, in een der hoeken (bijna altijd rechts boven).

[Vrijland-vereeniging.]

Vrijland-vereeniging. In het hoogland van Kenia (Midden-Oostelijk-Afrika) hoopt deze vereeniging een socialen modelstaat te stichten. Den 28n Febr. 1894 vertrok de eerste expeditie naar Vrijland, in die landstreek, onder leiding van Dr. Wilhelm uit Weenen. In Engeland sloot de arbeidersleider Gotfred zich met eenige krachtige mannen bij die eerste ‘Vrijlanders’ aan. Men zegt, dat die beweging geheel mislukte, ten minste voorloopig. Jan. '96 zag het licht (bij P.C. Wezel te Haarlem) onder de leus ‘Der verwezenlijking nabij’, van de hand van Prof. Dr. Theodor Hertzka, ‘Vrijland. Het Beeld eener Toekomst-maatschappij’. Vanhier:

[Vrijlandisme]

Vrijlandisme, sociaal-liberalisme, door kolonisatie te verwezenlijken.

[Vrijmetselaar]

Vrijmetselaar, Mac benac is een geheimwoord der vrijmetselaars, dat beteekent ‘het vleesch verlaat het gebeente’ maar verdraaid is van hebr. Mac-benakak. ‘De zoon der ellende gaat tot bederf over’. M.B. is ook wel op het schootsvel van den meester gestikt. De verkorting J.M.B. beteekent Jacobus Molay Burgundus, de naam van den laatsten grootmeester van de orde der tempelheeren, die 18 Maart 1314 op bevel van den Franschen koning Philips IV den Schoone werd verbrand.

[Vrijsteden]

Vrijsteden, steden, die het voorrecht hadden, misdadigers, die binnen hunne muren een toevlucht gezocht hadden, niet te behoeven uit te leveren. Zoo waren vroeger Kuilenburg en Vianen vrijplaatsen voor bankroetiers: geen burgerlijk rechter kon hen daar achterhalen. Dit voorrecht is met de Revolutie vervallen.

[Vrijstermarkt]

Vrijstermarkt, naar men beweert werd deze gehouden te Schagen en te Schermerhorn, te gelijk met de kermis. Dat de boeremeisjes bij gelegenheid der kermis op de markt gingen staan om òf een kermisvrijer òf voor het volgend jaar een nieuwen landheer te vinden, is bekend genoeg (o.a. voorgesteld in het 1e bedrijf van les Cloches de Corneville).

[Vrijthof]

Vrijthof, oudtijds vrithof, omheinde plaats, binnentuin, voorhof (van een tempel), omheind perk in eene stad bv. te Maastricht. Vgl. hgd. Friedhof, d.i. eingefriedeter Hof.

[Vrijvaren.]

Vrijvaren. Een schip of scheepsaandeel heeft zich vrij gevaren, wanneer het zooveel heeft opgebracht dat men het kapitaal met de interesten terug heeft.

[Vrijwaring]

Vrijwaring, het geven van zekerheid door den verkooper van eenig goed aan den kooper, dat het goed geen verborgen gebreken heeft, en niet door een derde zal worden uitgewonnen (opgeëischt).

[Vrome wenschen]

Vrome wenschen, lat. pia vota (z.a.).

[Vroolijk (Een - hart is een gedurige maaltijd.]

Vroolijk (Een - hart is een gedurige maaltijd. Spreuk. XV:15b. Een blijmoedige geest doet lichaam en ziel goed. Men zegt ook Vroolijkheid is Gods medicijn.

[Vrouw Christi (De -]

Vrouw Christi (De -, zie Zwarte Jannegie.

[Vrouw (Eene - die den Heer vreest mangelt niet]

Vrouw (Eene - die den Heer vreest mangelt niet, zoogenaamde aardigheid aan eene vrouw, die mangelt, toegevoegd, met zinspeling op de Luthersche vertaling; Ps. 34:10. De Statenvertaling luidt: die den Heer vreezen, hebben geen gebrek; hgd. mangeln = ontbreken.

[pagina 1227]

[p. 1227]

[Vrouw Holle.]

Vrouw Holle. Onder dezen naam werd de Germaansche godin van het huwelijk en de vruchtbaarheid, Holda of Hulda = de milde, de vriendelijke, door meisjes en vrouwen vereerd en aangeroepen. Hgd. hold.

[Vrouw is eene gave des Heeren (Eene goede -]

Vrouw is eene gave des Heeren (Eene goede -, vgl. Spreuk. XVIII:22; XIX:14. Zij wordt niet door erfenis verkregen; haar te vinden mag men als eene gunst des Hemels aanmerken.

[Vrouwelijke Goethe (De -]

Vrouwelijke Goethe (De -, kwalifikatie der Vorstin von Gallitzin, eene hoogbegaafde vrouw, die omstreeks 1788 met Goethe te Munster omgang had; hij ten slotte een scepticus, zij eene geloovige (R.-Katholieke), die na langen strijd, waarin zij de drie stadiën van atheïsme, humanisme en Christendom doorliep, tot dat geloof was gekomen.

[Vrouwen hebben zeven geesten in 't lijf (De -]

Vrouwen hebben zeven geesten in 't lijf (De -, Luk. VIII:2. Dit gezegde is ontleend aan 't verhaal omtrent Maria Magdalena, uit wie zeven duivelen uitgeworpen werden. Wordt gezegd van vrouwen, die òf buiten zich zelve zijn van drift en als furiën woeden, òf buitengewone drukte maken.

[Vrouwendag]

Vrouwendag of Maria Lichtmis, 2 Februari. Zie Kerkdagen.

[Vrouwentongen]

Vrouwentongen, spotnaam voor de bladeren der populieren of ratelaars.

[Vrouwenwapen]

Vrouwenwapen, (wap.). Eene gehuwde vrouw voert haar wapen in een langwerpig rond of in een ruitvormig schild, naast dat van haren echtgenoot, behalve wanneer zij uit eigenen hoofde regeerende vorstin is; zie Jonkvrouwenwapen.

[Vrouwezand]

Vrouwezand, zandbank, niet ver van Stavoren, waarop niet, zooals de legende wil, ‘looze korenaren’ groeien; deze groeien op eene andere bank, het Roode Klif, en zijn waarschijnlijk de bekende helm. Zie Vrouwtje van Stavoren.

[Vrouwtje van Stavoren.]

Vrouwtje van Stavoren. De schatrijke weduwe, die in haren overmoed en brooddronkenheid den ondergang harer vaderstad veroorzaakte, door eenen harer schippers te dwingen eene geheele lading tarwe over boord te werpen. Op deze plek ontstond eene zandbank, het Vrouwezand geheeten, vlak voor de haven, zoodat geen koopvaardijschip van eenigen diepgang meer kon binnenvallen. Aldus zegt de legende, en voegt er bij, dat een priester de roekelooze vrouw gewaarschuwd had en gedreigd met armoede. Daarop nam zij een ring van haar vinger en wierp dien in de haven, zeggend: ‘zoo min deze ring weer in mijn bezit komen kan, zoo min zal ik arm worden!’ Den anderen dag bracht de kok haar den ring, dien hij in de maag van een visch had gevonden.

[Vrucht (Verboden -]

Vrucht (Verboden -, oogt op de geschiedenis van den zondeval (Genes. III:2, 3). Vanhier: Die eens van de verboden vrucht heeft geproefd, blijft er van eten, en Verboden vruchten zijn de zoetste. De vrucht van den verboden boom. Vgl. het Latijnsche Nitimur in vetitum (wij streven naar het verbodene).

[Vruchtgebruik]

Vruchtgebruik, ‘een zakelijk regt om van eens anders goed de vruchten te trekken, alsof men zelf eigenaar daarvan was, mits zorgend dat de zaak zelve in stand blijve’. (Art. 803 B.W.).

[Vuil (De kust is -]

Vuil (De kust is -, gevaarlijk door blinde klippen en zandbanken. Scheepsterm. Vgl. De lucht is vuil.

[Vulcanisten]

Vulcanisten, aanhangers van het vulcanisme of plutonisme, d.i. van de wetenschappelijke meening, dat de aardkorst door het naar boven drukken van vurig gloeiende steenmassa's hare tegenwoordige gedaante heeft gekregen. Tegenover hen staan de Neptunisten, zie Neptunisme.

[Vulcanus]

Vulcanus, bij de Grieken Hephaestos geheeten, zoon van Jupiter en Juno, (of ook van deze alleen), de god van het vuur.

[pagina 1228]

[p. 1228]

[Vulgata]

Vulgata, de Latijnsche vertaling der Heilige Schrift des Ouden en Nieuwen Testaments, welke door de R.-Kath. Kerk als alleen gezaghebbend beschouwd en gevolgd wordt. Door den kerkvader Hieronymus († 419/20) vervaardigd uit éen tekst, welken hij uit Grieksche handschriften verbeterd had, en waarbij de Septuaginta tot grondslag diende; ter gelegenheid van het Concilie van Trente (midden 16e eeuw) herzien, verbeterd en gezuiverd, en door dit concilie voor authentiek verklaard. Vulgata interpretatio Sacrae Scripturae = de algemeen verbreide overzetting der Heilige Schrift. Over de Engelsche Vulgata zie Douaybijbel.

[Vulgo]

Vulgo, (lat.), gemeenlijk, gewoonlijk - volgens het gewone spraakgebruik - in het dagelijksch leven.

[Vulnerat et sanat]

Vulnerat et sanat, (lat.), hij wondt en heelt. Spreuk van de Pélichy.

[Vulneratorum anima clamavit]

Vulneratorum anima clamavit, (lat.), de ziel der gewonden (op het slagveld), heeft (om hulp) geroepen. Opschrift der medaille, door koning Willem III verleend aan geneeskundigen, die in 1870-71 den tocht met de ambulance medemaakten, ter hulp voor de gekwetsten in den Fransch-Duitschen oorlog.

[Vulpes pilum mutat, non mores]

Vulpes pilum mutat, non mores, (lat.), Suetonius, Vita Vespasiani 16. De vos verwisselt wel van haar, maar niet van aard. - De vos verliest wel zijne haren, maar niet zijne streken.

[Vultus figura affectiones pectoris indicat]

Vultus figura affectiones pectoris indicat, (lat.), de uitdrukking van het gelaat duidt de aandoeningen van den inborst aan. Het gelaat is de spiegel der ziel. Leenspreuk van Filips van Marnix, heer van St. Aldegonde, schrijver van den ‘Byenkorf der Roomsche Kerk’ († 1598).

[Vurige kolen op iemands hoofd verzamelen.]

Vurige kolen op iemands hoofd verzamelen. Spreuken XXV:22, Apostel Paulus schrijft Rom. XII:20: ‘wie zijn vijand goed doet, zal kolen vuurs op zijn hoofd hoopen’, d.w.z. zal strenge maar edele wraak aan hem oefenen, die hem even smartelijk moet vallen alsof kolen vuurs op zijne hersens brandden, en dus het beste middel tot zijne verbetering wezen moet.

[Vuur (Die ding was al lank in die - al]

Vuur (Die ding was al lank in die - al, (z.afr.), ik heb 't al lang in den neus gehad.

[Vuur (Vreemd - op 't altaar brengen]

Vuur (Vreemd - op 't altaar brengen, zie Vreemd vuur enz.

[Vuurbaak]

Vuurbaak, (wap.), een ijzeren mand met vuur gevuld, waaruit vlammen opstijgen.

[Vuurflesch]

Vuurflesch, (verouderd), flesch met buskruit gevuld en van een lont voorzien, die men onder het gevecht op vijandelijke schepen placht te werpen.

[Vuurhoutjes]

Vuurhoutjes, (z.afr.), lucifers.

V,  Woordenschat, verklaring van woorden en uitdrukkingen, Taco H. de Beer en Eliza Laurillard - DBNL (2024)

References

Top Articles
Latest Posts
Article information

Author: Laurine Ryan

Last Updated:

Views: 5463

Rating: 4.7 / 5 (77 voted)

Reviews: 84% of readers found this page helpful

Author information

Name: Laurine Ryan

Birthday: 1994-12-23

Address: Suite 751 871 Lissette Throughway, West Kittie, NH 41603

Phone: +2366831109631

Job: Sales Producer

Hobby: Creative writing, Motor sports, Do it yourself, Skateboarding, Coffee roasting, Calligraphy, Stand-up comedy

Introduction: My name is Laurine Ryan, I am a adorable, fair, graceful, spotless, gorgeous, homely, cooperative person who loves writing and wants to share my knowledge and understanding with you.